Timmermans liegt (nog) meer dan de prijsindex!

De leugens van Pieter Timmermans, het hoofd van het VBO, de belangrijkste patronale organisatie van België, kennen geen grenzen.
Hij beweert dat de Belgische gezinnen in 2023 van “een stevige stijging” van hun koopkracht hebben genoten, vooral dankzij de “automatische loonindexering”, het mechanisme dat de lonen “automatisch” verhoogt na prijsstijgingen!
Maar over welke huishoudens heeft hij het? Wie heeft zijn koopkracht zien stijgen in 2023?

Zeker Timmermans en zijn kapitalistische vrienden! Maar zij verdienen het grootste deel van hun inkomen niet uit lonen, maar uit hun eigendom van grote bedrijven!

En dat geldt niet voor de overgrote meerderheid van de werkers in België. Zij worden armer, ondanks indexatie!

Zelfs de cijfers laten het zien. Tussen januari 2019 en januari 2023 stijgt het mediaan loon met minder dan 17% in Wallonië, 18% in Vlaanderen en 19% in Brussel. Over dezelfde periode blijkt uit cijfers van de overheid dat de kosten van voeding met 22% zijn gestegen, die van vervoer met 20% en die van huisvesting met 31%!

Timmermans liegt dus! Indexering, zolang die gecontroleerd wordt door de Staat, verhoogt de koopkracht niet! Het enige wat het doet is de snelheid vertragen waarmee de koopkracht wordt uitgehold door de stijgende prijzen, en zelfs dan alleen met vertraging…

Ten eerste wordt de loonindexering naar beneden gemanipuleerd. De indexering wordt bijvoorbeeld berekend alsof de huur minder dan een tiende van het loon bedraagt. Dit is ver beneden de realiteit voor de meerderheid van de werkers, of ze nu een huur betalen of een lening afbetalen!

Ten tweede behoren honderdduizenden werkers tot sectoren waar slechts één keer per jaar wordt geïndexeerd! Dit is het geval voor werkers in de metaalverwerkende sector (paritair comité 111.01 en 111.02), garages (CP112), bakkerijen (CP118.03), de voedingshandel (CP119), het wegvervoer (CP140.03), land- en tuinbouwarbeiders (CP 144 en 145), elektriciens (CP149. 01), kantoorbedienden (CP200), metaalbewerkers (CP209), werkers in de voedingsmiddelenindustrie (CP220), hotels en restaurants (CP302) en werkers in de verzekerings- en vastgoedsector (CP306 en 323).

Voor al deze mensen blijft de indexering ver achter bij de prijsstijgingen. En je moet maanden, soms wel een jaar, wachten tot je loon iets omhoog gaat. En als het dan eindelijk zover is, zijn de prijzen alweer gestegen!
Daarom worden werkers, ondanks indexatie, armer als de prijzen stijgen.
Om ons echt tegen prijsstijgingen te beschermen, hebben we echte indexering nodig, onder controle van de werkers zelf!