Oekraïne: de werkers moeten hun eigen politiek hebben

Sinds de val van Janoekovitsj is Oekraïne het theater geworden van een nationalistische escalatie. Poetin gebruikt de zorgen van de bevolking van de Krim tegen die van de rest van Oekraïne. Aan de andere kant proberen de Oekraïense nationalisten van Kiev die van de welwillendheid van de grote mogendheden van de Europese Unie genieten, gebruik te maken van de verwerping van de verdachte politici.

Zal de bevolking van Oekraïne na de val van Janoekovitsj recht krijgen op een democratische koersverandering? Als de bevolking ernaar verlangt een einde te maken aan de heerschappij van deze schoften die elkaar aan de macht opvolgen sinds de onafhankelijkheid van het land, moet ze niet rekenen op de politieke krachten die vandaag aan het werk zijn.

Tien jaar geleden had de bevolking al de machthebbers omvergeworpen met wat dan later « de oranje revolutie » werd genoemd. Die had alle hoop gezet op de oppositiepartijen en dit wis zo’n ontgoocheling geweest dat er nu weer een Janoekovitsj aan de macht terugkomt!

Dictators doen vallen is één ding, maar het is nu dat de tegenstrijdige belangen op elkaar zullen botsen. Alleen de georganiseerde politieke krachten weten wat ze willen en alleen zij kunnen wegen. Diegenen die willen vechten zonder na te hebben gedacht aan de richting die ze willen volgen, zijn gedoemd als instrumenten voor de anderen te dienen.

En in Oekraïne vertegenwoordigen de politici die ruzie maken voor de macht, de gewone mensen duidelijk niet. De enen spreken van de toenadering tot Europa, de anderen van het nationalisme.

Maar of ze nu pro-Europees of pro-Russisch zijn, bereiden ze zich allemaal voor om voor de rijksten die de economie beheersen te regeren, voor de zogenoemde oligarchen die fortuin hebben gemaakt door ten koste van de staatsbedrijven te leven of door ze in beslag te nemen dankzij hun banden met de macht.

De Timoshenko’s of de Klitschko’s zijn er alleen om het bewind van deze oligarchen in stand te houden. Klitchko, die befaamd is voor zijn talent als bokser, is een welvarende handelsman, schoonzoon van een Oekraïense oud-president die bekend was voor zijn wreedheid en zijn corruptie.

Wat Joelia Timoshenko betreft, die de voornaamste oppositiepartij leidt, ze is geboren en getogen binnen de hoge bureaucratie en ze heeft hiervan kunnen profiteren zozeer dat ze de « gas prinses » is bijgenaamd.

De bevolking heeft niets van deze mensen te verwachten. Maar het zijn nochtans op hen die de Westerse leiders, en Poetin, rekenen om de politieke situatie zo snel mogelijk te stabiliseren. Want ondanks hun geschil en concurrentie zijn ze gehaast om een einde te maken aan de mobilisatie en de ploeg van Janoekovitsj door een andere te vervangen.

Maar het is niet zeker dat ze de situatie zullen kunnen controleren. Want het is de extreemrechtse die na deze drie maanden mobilisatie versterkt uitkomt. De Maïdan is gedurende weken door gewapende extreemrechtse groepen gehouden, waaronder sommigen openlijk naar het nazisme verwijzen en het chauvinisme gebruiken, ook binnen het land zelf tegen de Russische sprekers, de Joden, de Roma, en de minderheden in het algemeen. En zij zijn het die van de machtsvacuüm profiteren. Hun politiek bestaat eruit de mensen tegenover elkaar op te zetten naargelang hun godsdienst of hun taal. Dat één van de eerste beslissing van de nieuwe machthebbers het afschaffen van het Russisch als tweede taal is geweest, gaat in de richting van de extreemrechtse. Het is niet alleen een provocatie voor Poetin, maar ook voor het belangrijke deel van de Russische sprekers binnen de werkende mensen. Deze nationalistische politiek is een impasse voor de werkers, en die kan snel bloedig worden.

De toekomst is niet geschreven, maar die behoort tot de georganiseerde politieke krachten. Tegenover de impasse van het terugkomen van personages die als twee druppels water op Janoekovitsj lijken, tegenover de bedreiging van het handelen van de extreemrechtse nationalistische krachten, hebben de bevolking en de werkers geen andere keuze dan zich organiseren, bijeenkomen en een politiek in hun voordeel naar voren brengen.

De val van Janoekovitsj, zoals die van Ben Ali of Moebarak, toont aan dat de bevolking, als die vastberaden is tegen een corrupte macht te verzetten, er zeker in kan slagen. Als de werkers vastbesloten zijn zich niet te laten doen, hebben ze de kracht hiervoor, op voorwaarde dat ze hun eisen kunnen stellen tegen de oligarchen en tegen de grote mogendheden, en dat ze op het politieke leven kunnen wegen in hun voordeel.