1917: toen de burgerij sidderde voor de arbeidersrevolutie

In 2014 heeft men de 100 jaar van de eerste wereldoorlog herdacht. De pers herdenkt dit jaar de 100 jaar van de Russische revolutie veel minder. Die vond in 1917 plaats tijdens de eerste wereldslachtpartij die 3 jaar vroeger was begonnen door de kapitalistische mogendheden voor de koloniale buit.

De revolutie startte met de arbeidsters van Sint-Petersburg. In maart 2017 omdat het brood ontbrak, omdat de kinderen van de honger stierven net zoals de mannen in een absurde slachtpartij, zijn ze begonnen op de internationale vrouwendag voor brood en vrede te betogen.

Daarna zijn er arbeiders van de fabrieken samengekomen samen met boeren in uniformen die in de kazernes zaten en vreesden naar het front gestuurd te worden. De soldaten weigerden hun wapens te keren tegen hun broeders in staking, wapens die ze van de Tsaar gekregen hadden om hun medemensen op het front te doden. Gehele regimenten zijn dan meegekomen en hebben deze opstand in een revolutie veranderd. De Tsaar heeft afstand moeten doen van de troon omdat hij geen gewapend korps meer vond dat bereid was hem te beschermen.

Arbeiders, soldaten en boeren organiseerden zich in “sovjets”, het Russische woord voor comité. Ze pasten op grote schaal de ervaring van de eerste Russische revolutie van 1905 toe. In alle fabrieken, wijken, in het leger, op het platteland leerden honderdduizenden werkers, arbeiders en boeren, die aan het ondergaan en gehoorzamen gewend waren, voor zichzelf te beslissen en hun beslissingen toe te passen.

De werkers hadden de Tsaar weggejaagd en het ontstaan van een republiek mogelijk gemaakt. Maar wegens hun gebrek aan ervaring lieten ze een burgerlijke regering tot stand komen. Deze regering had nochtans maar een deel van de macht. In de fabrieken had de sovjet van de arbeiders meer gezag dan de baas en in het leger waren de orden van het hoofdkwartier alleen met de goedkeuring van de sovjet van de soldaten uitgevoerd.

De burgerij wilde de oorlog voortzetten. Alle werkers, arbeiders en boeren, wilden die stoppen. Ze wilden allemaal een einde maken aan de schaarste aan voedsel en aan de speculatie, de boeren wilden het land krijgen en het einde van de overheersing van de grondbezitters. Deze rijkelui zaten aan het hoofd van immens grote domeinen en weigerden alle toegevingen.

Deze sociale eisen en deze dubbele macht, dat kon de burgerij niet tolereren. Achter socialistisch getinte toespraken om de werkers beter te bedriegen probeerde ze een gewapende macht te vormen om de revolutionaire werkers te verpletteren, om de controle op de fabrieken terug te krijgen, om de boeren te onderdrukken en haar gezag in het leger terug te krijgen.

Alleen twee aflopen waren voor deze toestand mogelijk: ofwel de volledige overwinning van de burgerlijke kamp ten koste van een bloedbad, ofwel de overwinning van de revolutie van de arbeiders en van de boeren. In deze krachtmeting is er maar één partij die constant aan de kant van de werkers is blijven staan, de partij van Lenin en Trotski die de leuzen “Alle macht aan de sovjets” en “vrede, land, brood” hebben gelanceerd.

In februari en oktober 2017 leerden de werkers de burgerlijke regeringen te wantrouwen, door tegelijk vertrouwen te krijgen in hun eigen vermogens. Want alle wat nog steeds werkte, was door de werkers en de sovjets georganiseerd: van de ravitaillering van de steden tot aan de verdediging van de nieuwe republiek tegen het herstellen van de oude macht van de rijken.

Op het front verbroederden de revolutionaire soldaten met hun medemensen in de loopgraven tegenover. Ze hadden begrepen dat zij hun klassenbroeders waren en niet hun vijanden. Toen de sovjets in oktober 1917 alle macht namen, was het een oproep tot de wereldrevolutie en die werd door de werkers in de hele wereld verstaan. De revolutie verspreidde tot Finland, Hongarije en in 1918 Duitsland waar sovjets van arbeiders en soldaten zich ook vormden. In alle landen van de wereld, in de kolonies, in het Midden-Oosten, in Azië, tot in de Verenigde Staten, kwamen er werkers en jongeren naar de communistische internationale om zich voor te bereiden het kapitalisme omver te werpen.

Door de revolutie van de werkers in Duitsland moest de keizer afstand doen van de troon. Maar de Duitse sociaaldemocratische partij slaagde erin deze revolutie te bedriegen, te verraden en dan te onderdrukken om de macht van de burgerij te redden. Een capabele en vastbesloten arbeiderspartij had ontbreken om de werkers in staat te stellen de burgerij te overwinnen.

Rusland bleef afgezonderd. In het land, dat het minst ontwikkeld van Europa was, met een meerderheid van boeren, moest de revolutionaire macht het hoofd bieden aan immens grote economische moeilijkheden. In deze context van veralgemeende schaarste vormde zich een kaste van geprivilegieerde bureaucraten waarvan Stalin de vertegenwoordiger werd. Stalin richtte zijn dictatuur op en bleef die communistisch te noemen, terwijl hij al diegenen die de revolutie van 1917 hadden geleid, liet vermoorden. Om de macht van de bureaucratie te beschermen verraadde Stalin de revolutie van 1927 in China en later die van 1936 in Spanje.

De burgerij in de hele wereld heeft een mateloze haat ontwikkeld tegen deze revolutie die haar overheersing op de wereld in 1917 heeft doen wankelen. Maar tegenover de nieuwe ramp waartoe het kapitalisme bezig is de mensheid te leiden, hebben de uitgebuitenen van vandaag alle redenen om zich te herinneren van de revolutionaire vooruitzichten die in 1917 in Rusland zijn geopend, en hiermee te hervatten!

In het begin van de 20ste eeuw vormde de arbeidersklasse maar een klein deel van de mensheid. Nochtans heeft het de macht van de kapitalisten kunnen doen wankelen. De miljarden arbeiders van het kapitalisme van het 21ste eeuw zullen het kunnen omverwerpen!