In 2020 laten we de tegenaanval van de werkende klasse voorbereiden!

In Frankrijk is de staking bij de SNCF en de Parijse vervoermaatschappij tijdens de kerstvakantie blijven duren, ondanks de oproep van de media en van sommige vakbonden om voor kerst te stoppen.  Tijdens de feesten hebben de stakers talrijke acties gedaan. Deze keer is het geen corporatistische strijd die alleen één sector treft. De stakers zijn met andere werkers uit alle sectoren gaan spreken: aan de poort van bedrijven, in winkelcentra, op straat… Want iedereen is er bewust van dat het terugtrekken van de pensioenhervorming, die het geheel van de werkers treft, van de vergroting van de staking afhangt.

Vorige donderdag en zaterdag hebben betogingen in heel het land opnieuw honderdduizenden betogers samengebracht. En als de media vooral naar zeer gewelddadige gevechten met de politie hebben aangewezen, worden deze betogingen vooral gekenmerkt voor het aantal gezongen leuzen, plakkaten en doeken die door de stakers zelf gemaakt worden en die toont dat ze niet meer willen zwijgen of iemand anders in hun plaats laten spreken!

Voor Macron is het zeker niet gedaan met het arbeidersprotest! Hij is er niet in geslaagd de bevolking tegen de spoormannen, die hij als bevoorrechten beschrijft, op te zetten. En zelfs in de grote privé bedrijven waar de stakers in minderheidspositie gebleven zijn, blijft de sympathie voor de beweging erg groot. Om de staking te proberen te beperken, heeft de regering toegevingen gedaan, zoals uitzonderingen op sommige categorieën terwijl die zegt dat ze een “universeel stelsel” wil opleggen! Dit heeft de stakers niet overtuigd om de beweging te stoppen.  In tegendeel. Ze hebben het goed verstaan: dit was een stap achteruit van de regering. Met andere woorden: een aanmoediging om verder te strijden.

De stakers mogen trots zijn op hun beweging. Ze wijzen ons allemaal de weg!

In België hebben we inderdaad geen federale regering.  Maar deze staking belangt ons allemaal. Het puntensysteem voor pensioen van Macron is hetzelfde als dat van regering Michel. Een hervorming die als genadeslag moest komen na de optrekking van brugpensioenleeftijd (Di Rupo), van pensioenleeftijd (Michel) en de talrijke veranderingen van de berekeningsmethodes (alle regeringen sinds de jaren 90), die de pensioenen al sterk hebben verminderd. Voor het moment ligt die op stil door het feit dat het onmogelijk is om nieuwe federale wetten af te kondigen. 

Maar de pensioenen zullen in het vizier komen van om het even welke toekomstige regering. Evenals de sociale zekerheid.  Want het patronaat is vastbesloten om de lonen te verminderen, in het bijzonder door de bijdragen die hij stort aan de sociale zekerheid te verkleinen.  En de financiële fondsen willen winst maken op de werkers die nog de middelen hebben om een privé ouderdomsverzekering te betalen.

De hervorming van pensioenen gaat samen met loondalingen, ontslagen, aanval tegen de werkloosheidsuitkeringen en de verslechtering van overheidsdiensten die de bezuinigingspolitiek verduren.  Deze grote aanval tegen de levensstandaard van de werkers komt er opnieuw om de bankiers vol te proppen. 

In de bedrijven wachten de bazen niet op een federale regering om hun herstructureringen te voeren, om de werkgelegenheid te verminderen, de werklast te verhogen, precaire contracten op te leggen, en daardoor een algemene verslechtering van de arbeidsomstandigheden te veroorzaken. 

De gewestelijke regeringen hebben er ook niet op gewacht dat een federale regering op poten gezet wordt om de nieuwe bezuinigingspolitiek toe te passen door budgetten voor de diensten aan de bevolking te verminderen.  De regering N-VA-CD&V-VLD in Vlaanderen doet het met pracht en praal, terwijl de regering PS-Ecolo-MR in Wallonië probeert het discreet te doen.  Hier stopt het verschil. Want voor alle regeringen gaat het erom geld vrij te maken voor de winsten van de bedrijven en van de banken. 

Dan moeten de werkers ook niet wachten om te tonen dat ze zich niet zullen laten doen.  Het ABVV roept op tot een nationale betoging op 28 januari om de “sociale zekerheid te verdedigen”.  Men moet ernaartoe met zoveel mogelijk gaan. Natuurlijk zal geen aparte betoging de krachtsverhouding veranderen, en de doelstellingen die door de syndicale leiding naar voren worden gebracht, zijn zeer beperkt, want ze vreest vooral voor haar eigen rol van “sociale partner”.  Maar met hoe meer we op straat komen, hoe moeilijker voor de syndicale leidingen zal het dan zijn om het hier te stoppen.  En vroeger of later zal men moeten doen wat de stakers bij de SNCF en bij de Parijse vervoermaatschappij zijn begonnen te doen: zelf militanten worden van onze strijd!