Leve de staking van de werkers in Turkije, leve de internationale arbeidersklasse!

Een stakingsgolf pakt de Turkse autosector aan, waarvan het centrum in de industriële zone van Bursa, op 200 km afstand van Istanbul is, waar 300.000 arbeiders auto-onderdelen produceren en monteren.

Door de devaluatie van het Turkse pond hadden de lonen 25% van hun koopkracht verloren. Begin mei hadden de werkers van Bosch na een staking een verhoging verkregen van ongeveer 130€ pet maand. Deze succes had andere fabrieken uit de autosector aangezet om de staking te volgen. Dat hebben Ford, Fiat en Renault-Oyak gedaan. Op het toppunt van de beweging waren er 16.000 werkers in staking in bijna 50 fabrieken, waarvan een deel bezet werden.

Om hun lonen te verdedigen hadden de werkers het patronaat tegen zichzelf samen met de Turkse Staat die altijd paraat staat om de opstand te onderdrukken, maar ook de éénheidsvakbond Türk-Metal-is die verplicht is voor alle werkers van het bedrijf en waarvan sommige leiders verwant zijn aan de extreemrechtse. In de weken voor de staking groeide de ontevredenheid: bij Renault-Oyak waren 14 werkers ontslagen omdat ze hun lidkaarten van de vakbond Türk-Metal-is hadden teruggegeven.

Eerder dan de gewone syndicale leiders te vertrouwen hebben de werkers van Renault hun eigen leiders onder hun collega’s verkozen. 200 arbeiders — vaak jongeren– zijn door hun kameraden in staking verkozen om comités te vormen om de verschillende taken uit te voeren en de staking te organiseren. 8 arbeiders zijn belast met de ontmoetingen met de directie, de politie en de Staat.

De stakers lieten de leiders die ze verkozen hadden, niet zelf beslissen. Van alle onderhandeling moesten ze verantwoorden aan de stakers die dan de volgende stappen samen besproken en hun beslissingen bij acclamatie of met opgestoken hand goedkeurden.

Vanaf de eerste dagen van de staking is de directeur, die al zijn arrogantie kwijt was, zelf bij Renault gekomen om de re-integratie van de 14 ontslagen werkers te beloven. Eerder dan de ontevredenheid bij te leggen heeft deze aankondiging de stakers aangezet hun actie verder te voeren.

Na twee weken staking hebben de stakers 200 euro jaarlijkse premie verkregen, 500 euro om het werk te hervatten en de verzekering dat het loonakkoord in de komende maand zal herzien worden. Bovendien hebben ze de garantie gekregen dat er geen sanctie zal komen en dat de délégués die door de arbeiders verkozen zijn, hun rol als enige gesprekspartners zullen blijven houden, wat dan de invloed van de vakbond Türk-Metal-is zal beperken.

Op 27 mei in de voormiddag hebben ze het werk hervat.

Maar boven de patronale toegevingen hebben de werkers-stakers het bewustzijn van hun eigen kracht gewonnen. Inderdaad, voor een keer, was het het patronaat dat bang was. Bang voor een verspreiding van de staking maar ook voor de verandering in de geestestoestand. Inderdaad, in een fabriek waar werkers de ervaring hebben gedaan dat ze in staat zijn zich te organiseren, waar elke staker ook een stakingsleider is, verandert de krachtsverhouding diep en ook boven de staking.

De staking is tot looneisen beperkt. Maar in Turkije zullen de verkiezingen in twee weken plaatsvinden. Zoals in alle landen proberen de politici en demagogen van alle soorten de stemmen van de werkers te winnen in de komende verkiezingen met beloftes die ze niet zullen houden. Sommigen beloven zelfs een minimumloon. Door hun staking hebben de werkers een belangrijke politieke demonstratie gedaan: ze hebben getoond dat men met de staking patronale toegevingen kan verkrijgen die men niet met de verkiezingen krijgt! Zo klinkt één van de slogans van de stakers Dilenmek istemezsen, mücadele, “Als je niet op straat wil terechtkomen, strijd!”.

De succes van deze staking zal zeker de duizenden andere werkers die blijven vechten om te overleven tegenover een gulzige patronaat, aanmoedigen. Dit is ook een demonstratie voor ons, tegen al de demagogen die ons willen doen geloven dat diegenen die zwoegen voor lagere lonen, onze banen en lonen zouden bedreigen.

Het tegenovergestelde is waar. De “globalisering” van de uitbuiting stelt vandaag de grote bazen in staat de werkers uit verschillende landen en verschillende afkomst in concurrentie te zetten, ook binnen dezelfde groep. Maar deze mondialisering kan zich tegen de ontslagers en uitbuiters keren en zal ooit een globalisering van de strijd zijn.

De internationale arbeidersklasse, wanneer ze opstaat, is een kracht die het hele uitbuitingssysteem kan wegvegen, dat systeem waarvan het enige bestaansreden de verrijking van een paar miljardairs is ten nadeel van de hele bevolking!