De krachtmeting tussen werkers en patronaat begint maar

Het is door de spoormannen als geprivilegieerd en luieriken voor te stellen dat de CEO van de NMBS, Jo Cornu, heeft geprobeerd de stakers van de NMBS te isoleren, zij die zich verdedigen tegen de vermindering van hun verlof- en inhaaldagen, tegen de drastische vermindering van hun pensioen en vooral tegen de schrapping van duizenden banen!

Ze zeggen dat deze staking beraamd zou zijn door de PS tegen de regering in het bijzonder en tegen de Vlamingen in het algemeen. Zo klonk het bij de ministers op federaal niveau. Een regionalistische staking die uiteindelijk het land zal verdelen, herhaalden de media en de ministers aan de Franstalige kant. Natuurlijk zijn het leugens die door de sterke mobilisatie in Vlaanderen zijn weerlegd, ook bij de betogingen van 24 en 31 mei, en de diverse acties van de spoormannen in Vlaanderen zoals bijvoorbeeld het werk neerleggen, maar ook de “nultarief” acties.

En als de beledigingen en de leugens niet volstaan, gebruikt het patronaat de bedreigingen, zoals de sancties tegen de zogenaamd “wilde” stakingen bij de NMBS, terwijl de spoormannen niets anders doen dan zich te verdedigen tegen zij die hen een deel van hun lonen, pensioenen en verlofdagen willen pakken.

Maar de echte belangentegenstelling is niet tussen de werkers uit het noord en het zuid van het land, noch tussen de werkers uit de openbare en privé sectoren, noch tussen zij van de ACV en van het ABVV, noch tussen stakers en niet-stakers, de echte tegenstelling zit tussen het geheel van de werkers en het patronaat. En men kan duidelijk zien dat de regeringen aan de kant van het patronaat staan.

Of men nu in Vlaanderen, in Wallonië of in Brussel woont, verduren we allemaal soortgelijke aanval. En het maakt niet uit of men in de openbare sector of voor een privé baas werkt, “meer werken om minder te verdienen”, dat kennen de werkers overal. De werkloosheid en de precaire banen, dat kennen de jongeren zowel in Antwerpen als in Luik. De afvloeiingen treffen zowel de Waalse als de Vlaamse administratie en gemeenten. In werkelijkheid hebben de stakers heel wat mogelijke bondgenoten!

Dit is nog niet gedaan met de mobilisatie tegen de regering en het patronaat! De ACOD spoor heeft voor het moment de staking gestopt, maar de acties worden steeds talrijker in andere sectoren en de spoormannen hebben het werk niet als overwonnenen hervat. Wat de cipiers betreft, gaan ze door met des te meer fierheid, dat de syndicale directies die een onaanvaardbaar akkoord achter hun rug hebben getekend, er niet in geslaagd zijn hen te demobiliseren. Zelfs de magistraten denken eraan te staken wegens de constante onderbemanning en het gebrek aan middelen!

Voor het moment is de mobilisatie niet groot genoeg geweest om de regering terug te dringen. Maar diegenen die gestaakt hebben, hebben gelijk gehad: er moet wel mensen zijn die eraan beginnen om de anderen mee te slepen. Zullen ze overwonnen worden door de verdeling en de ontmoediging? Of zullen ze erin slagen moed opnieuw te geven aan de werkende mensen en vertrouwen in hun eigen kracht? Dit is de uitdaging van de toekomstige mobilisatie.

In deze echte krachtmeting trekken zij die strijden voordeel van de steun van een deel van de leiders van het ACOD en andere vakbonden. Maar alleen op deze steun rekenen zou gewaagd zijn. De syndicale apparaten hebben getoond dat ze de werkers niet altijd verdedigen, ook recentelijk.

Daarom is het zeer belangrijk voor de werkers in strijd om hun strijd zelf te controleren, om hun leiders voor deze strijd te kiezen, om zich de middelen te geven om zelf te beslissen over hun eisen en hun acties. De cipiers in staking hebben gelijk gehad om bij handopsteken te stemmen om collectief te beslissen over het vervolg van hun strijd. Dit is wat het mogelijk heeft gemaakt de staking door te voeren, ook voor de leden van de vakbonden waarvan de directies de staking hadden verraden.

De veralgemening van de stakingen die gestart zijn kan niet slagen door industriezones of bedrijven te blokkeren met een paar syndicale militanten. De kracht die het mogelijk maakt voor de werkers het hoofd te bieden tegen de regering en het patronaat, is het bewustzijn van hun gemeenschappelijke belangen, hun vastberaden mobilisatie en hun aantal. Dit is ook het bewustzijn dat de hele maatschappij op de werkers berust, dat alles zonder de bazen kan draaien, maar niet zonder de werkers. Dit bewustzijn groeit in de strijd, in de gesprekken in de vergaderingen, tussen de stakers en de nog-niet-stakers, door vastbesloten acties die samen worden gevoerd. En het is de collectieve fierheid die naar voren komt die dan best de anderen in de strijd kan meeslepen, zij die vandaag er niet of niet meer in geloven.

Ja, leve de strijd, leve de staking, en leve de democratie van de arbeiders!