ArcelorMittal is van plan om te investeren in een nieuwe staalfabriek in Gent. Onder het mom van “ecologischer”, trekt de Belgische regering haar kas wijd open.
Toen het project in 2021 werd aangekondigd, ontving ArcelorMittal 350 miljoen euro cadeau van de Vlaamse overheid. De zoon van Mittal zei: “Deze projecten zouden niet mogelijk zijn zonder de steun van de overheid,” en voegde eraan toe: “We zijn de Vlaamse en Belgische overheden dan ook erg dankbaar voor hun steun in de overgang naar emissievrij staal.”
In 2023 voegde de Belgische regering daar een subsidie van 280 miljoen euro aan toe, onder het mom van het stimuleren van groene productie in België.
Toen was het aan Frankrijk om zijn kas te openen en €850 miljoen aan subsidies en lagere energieprijzen aan te bieden in een poging om de investering van Gent naar Duinkerken te verschuiven.
In reactie daarop verhoogde België zijn aanbod door twee nieuwe voordelen voor te stellen: een verlaagde energieprijs en een verlaging van het netwerktarief, gefinancierd door de Staat. Het is dus de Belgische Staat – en dus de bevolking – die een deel van de energiefactuur van ArcelorMittal zal betalen, voor een geraamde kostprijs van 10 miljoen euro.
Naast het ecologische excuus rechtvaardigen regeringen al deze ‘steun’ door te beweren dat ze banen naar het land trekken. Maar overheidssubsidies hebben nog nooit ontslagen en herstructureringen voorkomen. Kapitalisten creëren banen alleen als ze er zeker van zijn dat ze voldoende winstgevend zullen zijn en een groot deel van de subsidies belandt in de zakken van de aandeelhouders.