Het voorontwerp van het tweede deel van de pensioenhervorming is goedgekeurd door de regering en het derde deel komt voor de volgende zittingsperiode.
Het doel van dit nooit eindigende hervormingsprogramma is de vermindering van het deel van de gemaakte rijkdom dat naar de pensioenen van werkers, zelfstandigen en ambtenaren gaat.
Een centrale maatregel in deze tweede fase is de terugkeer van een bonus voor mensen die blijven werken na de pensioenleeftijd, d.w.z. na 45 jaar of na de leeftijd van 65 (66 vanaf 2025 en 67 vanaf 2030).
De regering presenteert dit als een “stimulans voor degenen die werken”. Maar wie kan met de huidige werktempo’s tot zijn 65 of 67e doorwerken?
De enige verklaring die zou rechtvaardigen dat een groot deel van de werkers doorwerkt na hun pensioengerechtigde leeftijd is duidelijk: de pensioenen zijn zo laag (een van de laagste in de OESO) dat sommigen geen andere keuze hebben dan 1, 2 of zelfs 3 jaar langer door te werken… om niet in ellende te vervallen.
Al in 1997 werd onder het mom van mannen-vrouwengelijkheid de pensioengerechtigde leeftijd voor vrouwen verhoogd van 60 naar 65 jaar. Sindsdien heeft de ene hervorming na de andere hetzelfde doel: de ouderen armer maken om de rijken rijker te maken!