Het zijn dus Emmanuel Macron van de beweging “En marche” en Marine Le Pen van het Front National die in de twee ronde komen voor de presidentsverkiezingen in Frankrijk. Aan de ene kant het boegbeeld van de extreemrechtse, die racistische en xenofobische ideeën van haar vader heeft geërfd, en aan de andere een eeresteklasdienaar van de grote burgerij, zowel in hoge financiën als in de politiek.
Met andere woorden is democratie bij de tweede ronde tussen pest en cholera te moeten kiezen.
Marine Le Pen is naar de tweede ronde gekomen dankzij de stemmen van een deel van de gewone mensen. Deze invloed van het FN in de verkiezingen komt uit de terechte teleurstelling van de werkende mensen ten opzichte van de grote linkse partijen, de PS en de PC (de Franse communistische partij), die beweerd hebben in hun voordeel te regeren maar die dan eigenlijk alles voor de burgerij hebben gedaan.
Als trouwe dienaar van de burgerij heeft Hollande de grote bedrijven duizenden banen laten schrappen en heeft hij ze tegelijk overheidsgeld ruim gegeven. Hij heeft een echte sociale oorlog gevoerd tegen de werkers, in het bijzonder met de “arbeids”wet die werkweken van 60 uren mogelijk maakt. Hij heeft vakbondsmannen in strijd voor hun banen tot de gevangenis laten veroordelen. Onder zijn presidentschap zijn de levensomstandigheden van miljoenen werkers nog verslechterd.
De ontgoochelde en woedende kiezers zijn voor een deel naar Mélenchon gegaan. Maar Mélenchon die in de 2de ronde in 2012 voor Hollande had geroepen te stemmen, had geen ander vooruitzicht dan hem. Net zoals Hollande die in 2012 gezegd had dat zijn vijand de financiën zou zijn om dan zich te plooien aan de dictaat dan diezelfde financiën, zou Mélanchon, als hij verkozen was, ook deze “muur van het geld” ontdekt hebben die opnieuw een einde zou hebben gemaakt aan de hoop van de gewone kiezers.
Want het echte programma van de volgende president wordt in de raad van bestuur van de grote bedrijven en van de banken geschreven, door de vertegenwoordigers van de grote burgerij die geen verkiezingen nodig hebben om de macht te hebben alle economische beslissingen te nemen in het voordeel van de rijke aandeelhouders.
Dit is een feit dat alle partijen verbergen, ook de partijen die in het verleden banden hadden met de arbeidersbeweging (de PS en de PC), door het arbeidersinternationalisme op te geven om “Frankrijk” te verdedigen. Zo hebben ze het nationalisme gezaaid waarop Le Pen heeft kunnen bloeien.
Le Pen, door een vaandel te geven aan het nationalisme, aan het racisme, aan de brutaliteit tegenover de vreemde werkers, verspreidt een dodelijke gif voor de werkers. Haar programma betekent de oorlog tussen de armen… terwijl de rijken zich blijven verrijken. Dit is het patronale programma in zijn zuiverste vorm: verdelen om beter te heersen. Maar door de zwakste delen van de arbeidersklasse aan te vallen, dwz de migranten, zal Le Pen de werkers in hun geheel aanvallen, ook de vakbonden als ze niet volgzaam genoeg zijn, ook de verenigingen als die haar niet bevallen, zoals het FN het al doet in de gemeenten die hij controleert.
Het zal nochtans niet door een stemming voor Macron dat de bewuste werkers een halte aan Le Pen zullen kunnen toeroepen. Want Macron, deze oud-bankier en oud-minister, is ook een vijand van de arbeidersklasse. Hij is voor een korte tijd minister van Hollande geweest en heeft zijn naam gegeven aan de Macron-wet die het zondagswerk heeft uitgebreid. Wat de “arbeids”wet betreft die 4 maanden betogingen had veroorzaakt, zou hij die nog harder gewild hebben.
Voor de uitgebuitenen, de gepensioneerden, de werklozen is er maar één manier om zich te verdedigen tegen het groot patronaat dat met de hulp van de regering hun levensomstandigheden steeds harder zal aantasten, dat is door morgen allemaal samen te komen in de sociale explosie die de patronale hebzucht uiteindelijk zal veroorzaken.
Deze strijd voorbereiden is de werkelijke uitdaging voor de bewuste werkers, in Frankrijk zoals overal. Om hiertoe bij te dragen had onze kameraad Nathalie Arthaud zich voorgesteld. Ze heeft tijdens haar campagne de kant van de werkers kunnen laten horen, door hun gemeenschappelijke eisen in de crisis naar voren te brengen: het verbod op ontslagen; het verdelen van het werk onder allemaal zonder loonverlies; lonen, pensioenen en uitkeringen van minstens 1 800 euro; de noodzaak voor de werkers om toegang te krijgen tot alle beslissingen die in de grote bedrijven en banken worden genomen. En ze heeft ook haar communistische overtuiging kunnen uiten: dat de gewone mensen capabel zijn om de regels van de maatschappij te veranderen, vanaf het moment dat ze hun hoop niet meer zullen vestigen op een opperste redder, maar in tegendeel in hun eigen krachten.
Met hun stemming hebben haar 231 660 kiezers hun klassenbewustzijn en hun fierheid om arbeiders te zijn, kunnen uiten. Het bestaan van deze stroming is een waarborg voor de onvermijdelijke strijd van morgen!