Vrijdag na vrijdag is de opstand veranderd in een zee van mensen in alle steden van Algerije. Maar het bewind houdt vol: hoewel Bouteflika bedlegerig is en al jaren niet meer in staat is te regeren, stelt hij zich kandidaat voor een 5de mandaat.
De kliek aan de macht heeft blijkbaar geen opvolger kunnen vinden en daarom hebben ze opnieuw Bouteflika, de kleine gemene deler, gekozen. Als toegeving heeft hij zich ertoe verbonden het mandaat te verkorten door een vervroegde presidentverkiezing te organiseren. Dit is mensen voor de gek houden!
Zo’n manipulatie kan niets anders dan de woede te voeden en het gevoel van vernedering waardoor de Algerijnse bevolking op straat gekomen is, te versterken. Feit is dat spontane betogingen sinds de aankondiging van de officiële kandidatuur van Bouteflika zich vermenigvuldigen.
De strijd die door de Algerijnse bevolking gestart is, is moeilijk. Maar ze heeft er anderen geleid. De strijd tegen de Franse kolonisatie en voor de onafhankelijkheid bijvoorbeeld. En men kan maar de moed van deze duizenden vrouwen en mannen die op straat gekomen zijn, toejuichen. Ze hebben het gedaan ondanks het verbod om te betogen, ondanks de chantage van het bewind met burgeroorlog.
Ja, de Algerijnse bevolking, met de jeugd in de frontlinie, kan de minachting van dat maffiabewind dat de Staat als zijn kassa beschouwt, niet meer tolereren. Ze zal blijven strijden, op één of ander manier.
Maar om het lot van de gewone mensen en van de jeugd in Algerije werkelijk te doen veranderen, zullen ze hun belangen laten horen, dwz hun specifieke rechten als werkers.
Het gros van de betogers bestaat uit jongeren die, hoewel ze over diploma’s beschikt, veroordeeld worden tot de werkloosheid en de ellende, als niets verandert. De betogers zijn werkers, huisvrouwen, werklozen die de prijs van de crisis betalen. Met de inflatie en de devaluatie van de dinar kampen ze allemaal met de ineenstorting van hun koopkracht. Het minimumloon dat 130 euro bedraagt maakt het niet mogelijk om te leven, en daarbovenop komen de moeilijkheden van het dagelijks leven.
Naast de slogans over vrijheid en democratie vragen steeds meer mensen zich af waar het geld van de olie naartoe gaat en waarom zoveel ellende en werkloosheid. Deze vragen beantwoorden, en strijden om iedereen een baan en een deftig loon te geven dat de inflatie zou volgen, is broodnodig. Zonder deze zullen democratie en vrijheid holle woorden blijven voor de grote meerderheid van de gewone mensen.
Veel sociale klassen mengen zich in deze opstand, en verschillende, en soms tegenovergestelde, belangen worden geuit. Advocaten, journalisten, studenten, islamitische militanten en zelfs speculanten die actief zijn voor hun eigen business, iedereen zal zijn belangen verdedigen. En het spelletje van de politici speelt ook een rol. Men ziet hoe sommige tegenstanders, die eerst tegen de betogingen waren, ze nu verdedigen om naar de macht te komen.
De belangen van de uitgebuitenen kunnen alleen verdedigd worden door de werkers zelf. Zo gaat het zowel daar als hier. Deze opstand kan en moet de eerste stap zijn voor zo’n bewustwording. Ja, de werkers kunnen hun levens- en arbeidsomstandigheden collectief veranderen en de maatschappij een andere toekomst geven.
Zij die in Algerije in opstand komen zijn onze broers en zussen. We worden aan hen verbonden door het gezin, door de vrienden, omdat een deel van de arbeidersklasse, hier en in Frankrijk, uit werkers bestaat die uit Maghreb komen. Algerije, dat lang gekoloniseerd is geweest door het imperialistische Frankrijk, zoals Tunesië en Marokko, blijft trouwens vandaag het Franse en Europese patronaat te profiteren. Daarom bevalt het Algerijnse autoritaire bewind perfect aan de Westerse regeringen.
Het zijn ook onze broers en zussen omdat ze tot de werkende klasse behoren. Als ze in Algerije eigen redenen hebben om op straat te komen, is de strijd die ze moeten voeren om hun levensomstandigheden te garanderen dezelfde als de strijd die door de werkers uit alle landen gevoerd moet worden.
In Algerije is de overheersing van een kliek generaals en burgers mogelijk door de controle van de Staat waardoor ze de aardolie-inkomsten in beslag kunnen nemen. Hier verrijkt de grote burgerij de Wittouck, Vandamme, Spoelberch, Mévius, Frère, Colruyt en Co, zich door de grote industriële en financiële groepen te overheersen. Maar de enen als de anderen verrijken zich door de uitbuiting van de werkers, aan beide kanten de Middellandse zee voor sommigen. Dus ja, moge de strijd van de Algerijnse bevolking perspectieven brengen voor alle werkers!