In Oekraïne staat het debat rond een nieuw wetsvoorstel om honderdduizenden extra troepen te
mobiliseren centraal in de zorgen van de bevolking.
Het wetsvoorstel, dat op 25 december werd aangekondigd door de Oekraïense president Zelenski,
voorziet in een nieuwe massamobilisatie (tussen 450.000 en 500.000 man) voor het komende jaar.
Maar na 22 maanden barbarij en een opeenvolging van corruptieschandalen binnen de Staat, was de
patriottische impuls waarop de regering en het leger hadden vertrouwd om vrijwilligers te rekruteren,
uitgeput. Om dit tegen te gaan, stelt Zelenski voor om de leeftijd om dienst te nemen te verlagen van 27
naar 25 jaar en om nieuwe straffen op te leggen (zware boetes, intrekking van het rijbewijs, enz.) aan
degenen die zich verzetten tegen de indienstneming.
Deze autoritaire maatregelen zijn rechtstreeks gericht op de armere delen van de bevolking. Een
parlementslid van Zelenski’s partij heeft zelfs voorgesteld om een wet mogelijk te maken om de
mobilisatie te vermijden in ruil voor een grote som geld vast te leggen.
“En degenen die geen geld hebben, laat ze sterven in de loopgraven en laat hun kinderen wezen
worden”, zei een gebruiker op de Facebookpagina van het parlementslid. “Oorlog is voor de armen”,
schrijft een andere.
Dit besef dat het vooral de armen zijn die sterven in een oorlog, bestaat ook in het leger. Een soldaat die
geïnterviewd werd door de Franse krant Le Monde zei: “(…) Alle landen sturen hun armen naar de
oorlog. Ik ben een arme man die niets te verliezen heeft. De rijken begrijpen onze angsten niet, want zij
hebben andere angsten en zoveel te verliezen. Het leger creëert een systeem en een discours dat de
armen doet geloven dat ze beschermd en gered zullen worden, maar dat is een illusie. Het doel is alleen
om ons te helpen de vijand te doden.” Het is waar dat de rijken bang zijn om een deel van hun fortuin te
verliezen… maar meestal sterven ze er niet aan!
Vandaag de dag, bij gebrek aan enig ander perspectief, is de “vijand” van deze Oekraïense soldaat nog
steeds de Russische soldaat, en niet de Oekraïense generaal of de Westerse kapitalist, want zoals hij
het vertelt “Aan het front zijn we menselijkerwijs niet voorbestemd om elkaar te doden. Toch
schieten we. Het is hij of ik. Het is tussen de dood en mij. Doden is leven”.
In de 20e eeuw werd de enige uitweg uit dit barbaarse alternatief, waarbij de armen elkaar vermoorden
om te overleven, geopend door het bolsjewistische programma en de Russische Revolutie van 1917.
In het midden van de 1ste wereldoorlog hekelden de Russische revolutionairen de oorlog, die alleen de
rijke kapitalisten ten goede kon komen, en verspreidden ze het idee dat de soldaten, de armen en de
arbeiders er geen belang bij hadden om te sterven voor de overwinning van hun land. De bolsjewieken
riepen soldaten en arbeiders vervolgens op om zich te verbroederen aan beide kanten van de frontlinies
en aan alle grenzen, zodat ze in elk land hun wapens konden richten tegen hun eigen generaals en
uitbuiters en zo de politieke en economische macht konden grijpen.