Dit wordt duur om te gaan werken, denken talrijke werkers met angst en woede als aan het tanken staan waar diesel nu 1,62 € per liter kost.
En het gaat niet alleen om diesel. Elektriciteits-, gas-, en waterfacturen stijgen, samen met schoolkosten, huur, verzekeringen, geneesmiddelen. Zelfs het zeer officiële indexcijfer van de consumptieprijzen vertoont een inflatie van 2,75% in stijging.
De lonen blijven heel ver weg en de huishoudens voelen zich steeds meer in het nauw.
Theoretisch worden de lonen in België geïndexeerd op de evolutie van de prijzen. Maar dat systeem is al jaren uitgehold. Sinds het globaal plan van de regering Dehaene 1993 worden brandstof, tabak en alcohol niet meer meegeteld in de berekening van de index die dan de verkeer genoemde “gezondheidsindex” geworden is.
Sindsdien zijn de goederen en diensten van de “korf van de huisvrouw” die als basis dienen voor het berekenen van de “kosten van levensonderhoud” meermaals gewijzigd. Onder de regering Di Rupo was één van de trucjes het meetellen van merkloze producten in de berekening, een andere manier om de index tegen te houden boven 2% te stijgen en daardoor de indexering van de lonen tegen te houden. Wat de regering Michel betreft heeft ze een “indexsprong” gedaan, dwz dat de indexering werd simpelweg niet toegepast.
Naar gelang de jaren maakt dat een significant verlies wat koopkracht betreft. En dit is zonder al re rest mee te tellen: loonverlagingen die in de bedrijven opgelegd worden, onzekere contracten die steeds gewoner worden en waar men constant tussen werk en werkloosheid zit, “Uber”werken waar men geen loon meer krijgt maar aan de ritten of aan de stukken wordt betaald, wat dan geen recht op indexering geeft. Of nog de verlagingen van pensioenen die al vandaag de kwart van de gepensioneerden onder of aan de rand met de armoedegrens duwt.
Maar als de lonen de prijzen niet hebben gevolgd, moet men ook veel meer werken voor zijn loon. Bewijs hiervan zijn de stakingen die de laatste tijde de onhoudbare werklast aanklagen: Aviapartners, BPost, Mestdagh, Kone, de overheidsdiensten, …
De enige zakken die steeds dikken worden, zijn die van het groot patronaat. Zowel winst en dividenden als vergoedingen van de grote bazen stijgen. Dit gaat zo goed voor hen dat er elk jaar extra miljonairs op de lijst in België komen staan. Dit is omdat ze zich van onze verarming verrijken.
De werkers hebben gelijk lage lonen, verlaagde pensioenen en werkloosheid niet te willen aanvaarden. Niet verbazend dus en terecht ook dat de beweging van de “gele hesjes” mensen aantrekt.
Maar de werkers zullen de achteruitgang van hun levenstandaard alleen weerhouden door hun eigen belangen te verdedigen, zonder achter andere sociale categorieën te schuilen die ook tegen de stijging van brandstof protesteren. De bazen van transport of bouwbedrijven leggen al uit dat ze hun prijzen zullen moeten verhogen, en soms zelfs ook lonen verlagen of mensen ontslagen, als de regering hen niet tevreden stelt.
Ze verdedigen hun belangen. Maar of ze nu toegevingen krijgen van de regering of spelen met de prijzen en de lonen, dat zal ten nadeel van de werkende mensen zijn.
De werkers hebben geen mogelijkheid om de prijsstijgingen te compenseren. Voor de loontrekkenden, de gepensioneerden, de werklozen is de enige manier om de constante daling van hun levensstandaard te stoppen, het eisen van verhoging van lonen, pensioenen en uitkeringen.
Om niet armer te worden, moet men het patronaat
doen opdraaien. Men moet de grote groepen verplichten de miljarden die ze uit
de uitbuiting halen, te gebruiken om de lonen te verhogen en de banen te
garanderen, eerder dan om de aandeelhouders te verrijken. Dit wil zeggen de
strijd beginnen tegen de rijke klasse door op ons terrein te vechten. Door de
bedrijven met de staking te blokkeren hebben we oneindig veel meer middelen om
de economie te verlammen en onze stem te laten horen.