Veralgemening van nachtwerk

Het Parlement bereidt zich voor om een wetsvoorstel aan te nemen dat de arbeidstijden volledig zou dereguleren. Het aantal zogenaamde “vrijwillige” overuren, waarvoor geen verantwoording is vereist, zou toenemen van 100 tot 360 uur per jaar – en zelfs tot 450 uur in de horeca.

Een van de grootste sociale stap achteruit in deze wet is het schrappen van het verbod op nachtwerk (tussen 20.00 en 6.00 uur). Tot nu toe kon nachtwerk alleen worden toegestaan in uitzonderlijke omstandigheden. Meer dan 500.000 werkers – een op de tien – werden echter al regelmatig of af en toe blootgesteld aan nachtarbeid. Vanaf nu wordt nachtwerk toegestaan in alle sectoren, zonder beperkingen.

En dit nachtwerk zal minder betaald worden dan voorheen: in de logistiek en de handel zullen nachtpremies alleen betaald worden voor uren tussen middernacht en 5 uur ’s ochtends, tegenover 20 uur ’s avonds en 6 uur ’s ochtends nu. De vakbonden schatten dat dit een loonverlies tot 200 euro per maand kan betekenen.

Gevaar voor de gezondheid

De schadelijke effecten van nachtwerk op de gezondheid zijn algemeen bekend. Het verkort de levensverwachting met 5 tot 8 jaar en verhoogt het risico op kanker, hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk en diabetes, evenals psychische aandoeningen zoals depressie. 

Nachtwerk is natuurlijk noodzakelijk in bepaalde sectoren, zoals gezondheidszorg, openbaar vervoer, hulpdiensten, telecommunicatie, energie en bepaalde soorten ononderbroken productie. Het zou moeten worden gecompenseerd door extra rustperioden. 

Maar in de meeste gevallen wordt nachtwerk uitsluitend gedicteerd door winstbejag. De bazen willen het maximale uit hun machines, magazijnen en fabrieken halen: dag en nacht – ongeacht de gevolgen voor de gezondheid van de werkers.

Een permanente strijd van de arbeidersbeweging

Vanaf het begin heeft de arbeidersbeweging zich verzet tegen de verlenging van de werkdag en nachtarbeid. Al in de jaren 1800 streden arbeiders in de Chartistenbeweging in Engeland tegen werkdagen van 16 uur, die zelfs aan kinderen werden opgelegd. De Eerste en Tweede Arbeidersinternationaal maakten van de verkorting van de arbeidstijd een van hun centrale strijdpunten. Als gevolg daarvan werd 1 mei over de hele wereld een dag van strijd voor de achturige werkdag.

Pas na de Eerste Wereldoorlog, onder druk van de Russische Revolutie van 1917, werden de bourgeoisies van West-Europa gedwongen om de achturendag in te voeren.

Kapitalisme moet omvergeworpen worden

De strijd om de arbeidstijd te beperken is zo oud als het kapitalisme zelf. Het vormt de kern van de confrontatie tussen arbeiders en kapitalisten.

Vandaag, in een tijd van steeds toenemende productiviteit, is een collectieve verkorting van de arbeidstijd het enige coherente antwoord op werkloosheid – door het werk onder iedereen te verdelen, zonder loonverlies. Maar om voorgoed een einde te maken aan uitbuiting zal het kapitalisme omvergeworpen moeten worden.