Op de werf van een fabriek in aanbouw van de Borealis-groep in Antwerpen werden ten minste 174 arbeiders van Filipijnse, Bengaalse en Turkse afkomst uitgebuit in omstandigheden van “mensenhandel”. Voor nog geen 600 euro per maand zwoegden zij 6 dagen per week in gevaarlijke omstandigheden, terwijl zij in onwaardige omstandigheden werden gehuisvest.
Borealis (1,396 miljard euro winst) wast zijn handen in onschuld: het bedrijf had het consortium IREM-Ponticelli, dat het contract heeft overgenomen, een verbintenis laten ondertekenen om “de geldende sociale wetgeving te eerbiedigen”. IREM-Ponticelli van zijn kant zegt dat het “het uitzendbureau onderzoekt”… terwijl de politici nieuwe beloften doen om “mensenhandel te bestrijden”… op papier.
Er zijn wetten tegen “mensenhandel”. Maar van uitbuiters mag niet worden verwacht dat zij deze respecteren. Dat deze uitbuiting nu eens openbaar is geworden, is te danken aan de arbeiders die de moed hebben gevonden om zich te verdedigen.