Succes van de mobilisatie in de overheidsdiensten

De vakbondsleiders verwachtten 10.000 demonstranten op maandag 13 januari, maar uiteindelijk waren het er ongeveer 30.000 tegen het pensioenhervormingsplan van de toekomstige regering. De nationale stakingsoproep werd in verschillende overheidsdiensten goed bezocht: bij de spoorwegen moesten de conducteurs zelfs weer in de bestuurderscabines gaan zitten om een paar treinen rijdende te houden!

Het Vlaamse onderwijs leverde het gros van de demonstranten. Drie kleuter- en lagere schoolleerkrachten, met op hun borden “We zijn als citroen geperst”, verklaarden: “We zijn nog geen 30 en we zijn al uitgeput!” Een leerkracht in een secondaire school klaagde over onderbezetting: “De school wordt een opvangplaats! De problemen in Vlaamse scholen zijn dezelfde als in Wallonië en Brussel!” Een derde leerkracht uitte haar woede over de Vlaamse regering, die ouders die geen Nederlands kunnen wil straffen: “Er is al een tekort aan leerkrachten in het basis- en secundair onderwijs. Dus denk maar niet aan de opleiding voor volwassenen!”

Er was een meerderheid van leerkrachten, maar de demonstratie bleef niet beperkt tot deze sector. Een groep enthousiaste brandweermannen uit Luik zei “de postbodes zijn hier ook”, en voegde eraan toe “we zijn hier voor de pensioenen, maar ja, de problemen zijn breder!” De spoorwegarbeiders sloten zich hierbij aan: “Het zijn niet alleen de aanvallen op de pensioenen. Ze vallen ook de lonen aan door ons 200 tot 400 euro te laten verliezen op nachtwerk!”

Als deze mobilisatie de voorspellingen kon overtreffen, dan was dat te danken aan de militanten aan de basis en de werkers zelf. Een aantal betogers kon het gebrek aan mobilisatie van de syndicale leidingen niet begrijpen: “We zouden met nog meer moeten zijn. Dit gaat iedereen aan! Van onze afdeling konden er maar een tiental komen, de vakbond waarschuwde ons te laat”, of bij de spoorwegen ”we hoorden over de stakingsdag van de directie die de minimumdienst organiseerde. De aankondiging van de ACOD kwam pas 5 dagen geleden”. De demonstratie van 13 januari toont echter aan dat het mogelijk is om te mobiliseren, zelfs wanneer syndicale leidingen vastbesloten zijn om bewegingen te beperken! Alleen op die manier zal het mogelijk zijn om ons niet langer te laten opsluiten in een strijd van bedrijf tot bedrijf, van sector tot sector, van regio tot regio… wat absoluut noodzakelijk is als we de huidige aanvallen van het patronaat en de regering het hoofd willen bieden.

De werkers zijn geen kleine soldaatjes

Op het einde van de betoging waarschuwde Thierry Bodson, voorzitter van het ABVV, dat “het ABVV zijn Federaal Comité zal samenroepen, dat zal kunnen beslissen over een algemene staking als de regering weigert naar ons te luisteren”. Natuurlijk moeten we dan allemaal samen in beweging komen! Maar de arbeiders zelf merken dat hun vakbondsleiders hun mobilisatie versnipperen: een betoging voor de non-profitsector, voor de industrie, een staking voor Franstalige leerkrachten, een mobilisatie voor Vlaamse leerkrachten…

Dan denkt het “Federaal Comité” van het ABVV dat het op een knop kan drukken en een algemene staking kan uitroepen! Het is een bluf die de regering De Wever-Bouchez niet zal terugdringen. De mobilisatie van werkers kan niet verordend worden. De vakbonden zouden kunnen helpen door werkers in staat te stellen om hun kracht en hun aantallen te controleren en vooral om democratisch te beslissen welke eisen het waard zijn om voor te vechten. Maar precies hier zijn de syndicale leidingen bang voor, zij die liever de macht behouden om te beslissen wanneer een strijd begint, en dus ook wanneer deze stopt.