Het verbod op de optredens van de komiek Di-eudonné in Frankrijk heeft het debat ver buiten de Franse grenzen gebracht. En het is natuurlijk een mooi voorbeeld van hypocrisie die Manuel Valls speelt met dit verbod wegens racisme.
Diezelfde Valls heeft als burgemeester van Evry kunnen verklaren dat er « blanken, blanco’s, whi-te » ontbraken in de stad of dat de Roma zich niet kunnen integreren, alsof de aanwezigheid van 17 000 Roma een onoplosbaar probleem was voor een land van 65 miljoen inwoners!
Maar als men verklaart, zoals Dieudonné, dat het « spijtig » is dat een Joodse journalist niet gestorven is in de gaskamers, dan is men inderdaad antisemitisch. Als men, onder de dekmantel van onbeschaamdheid de oude cliché’s tegen de joden obsessioneel herkauwt, precies dezelfde cliché’s die in de jaren ’30, tijdens het Vichy-bewind en met de nazi’s succesvol waren, dan is men antisemitisch.
Dieudonné brengt een racistische visie van de maatschappij over. En het racisme gericht tegen Joden is niet beter dan het racisme tegen Zwarte, Arabier, Roma of Moslims. Dat Dieudonné Le Pen als peter voor zijn dochter heeft gekozen, dat hij zijn theater ter beschikking van het FN heeft ge-steld en dat hij enkele van de kaderleden van het FN graag ontmoet is dus helemaal niet onschuldig.
Met zijn gebaar, de « quenelle » – de naziegroet naar beneden – wil hij zich als « anti-systeem » voordoen, maar eigenlijk doet hij niet anders dat het systeem te dienen. Want door de oude leugens over de joden, die de wereld zouden leiden, voor zich over te nemen, wast hij de kapitalisten schoon, zij die de macht werkelijk bezitten. De kapitalisten die wel Europees zijn, of Frans, Belgisch, Duits of Italiaans, hebben helemaal geen nood aan zogenaamde druk van joden om te ontslaan, om de lonen te verlagen, en om hun schuld door de werkers te doen terugbetalen.
Uiteindelijk zal deze slechte voorstelling met Dieudonné in de rol van de antisemitische komiek en Valls in sterke man tegen de komiek, enkel deze sfeer versterkt hebben waar de enige tegenstellin-gen die in de maatschappij lijken te bestaan, de gemeenschappen betreffen: tussen Joden en niet-Joden, tussen « Europees » en Moslims, tussen verschillenden « culturen » en godsdiensten, of, in België, tussen Walen en Vlamingen. Waar de wer-kers tegenover andere werkers worden opgesteld, armen tegenover andere armen.
Intussen hebben de patroons en de regeringen in hun dienst met hun vernietigend werk kunnen doorgaan: ontslagen, loonverlagingen, uitbuiting en werkloosheid.
Want de echte verdeling van de maatschappij is eigenlijk een verdeling in sociale klassen. Aan de ene kant zijn er kapitalisten, die de kapitalen, de fabrieken en de banken bezitten, wat hen de macht geeft om zich door het werk van anderen te verrij-ken en de werkers op straat te gooien als ze niet meer genoeg opbrengen. Aan de andere kant zijn er werkers van alle afkomsten die verplicht zijn hun werk te verkopen. De enen hebben alle macht maar zijn slechts een minderheid. De verdeling tussen de werkers is voor hen noodzakelijk om aan de macht te blijven en hun voordelen te behouden.
Daarom is racisme een dodelijk gif voor de werkers. Want door de werkers te verdelen ontwapent racisme hen en zo laat het de handen vrij aan de uitbuiters. Het nazi Duitsland, Zuid-Afrika met de apartheid, de Verenigde Staten met de rassensegre-gatie en het Afrikaanse continent waar het racisme als ethnisme voorkomt, overal ziet men dat de xe-nofobe vooroordelen zich tegen de werkers keren, tegen de armste, terwijl de echte verantwoordelij-ken van de ellende en van de onderdrukking het goed hebben.
De werkers en de jongeren die door dit systeem tot de werkloosheid en tot een bestaan van bijna slaven veroordeeld worden, hebben alle redenen om zich tegen het systeem te verzetten. Maar ze moeten het doen op hun eigen klassenterrein, de klasse die de hele maatschappij doet draaien en die niet kan verdragen dat haar werk afgeleid wordt door de kapitalisten van wie de fortuinen groter worden met de werkloosheid, de uitbuiting, de oor-logen en de ellende als achtergrond.
Het zijn de kapitalisten die verantwoordelijk zijn voor de toestand van de werkers: zij zijn onze vijanden. We hebben er anderen niet nodig.