Elke 8 maart worden we eraan herinnerd dat het seniele kapitalisme niet in staat is om ook maar de geringste vooruitgang te boeken, noch voor vrouwen noch voor de rest van de samenleving. In een VN-rapport dat op 6 maart werd uitgebracht, wordt het feit veroordeeld dat de loonongelijkheid tussen mannen en vrouwen al jaren niet meer afneemt en dat het geweld tegen vrouwen sterk is toegenomen. Oorlogen zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van dit geweld, dat in tien jaar tijd met 50% is toegenomen. Wereldwijd heeft bijna één op de drie vrouwen te maken gehad met seksueel en/of fysiek geweld.
De situatie is in Europa niet veel beter dan elders en het proces tegen de verkrachters van Gisèle Pelicot herinnert ons eraan dat het in Frankrijk nog steeds door veel te veel mannen normaal wordt gevonden dat een man alle rechten heeft over zijn vrouw, inclusief het aanbieden aan vreemden voor verkrachting…
Deze barbarij past totaal niet bij de wetenschappelijke en technische middelen die de mensheid vandaag de dag tot haar beschikking heeft. Vrouwen worden nog steeds in een inferieure positie gehouden, alleen omdat deze onderdrukking het verdeelbeleid van de kapitalisten dient, die heel goed weten dat een verenigde strijd van alle onderdrukten hen ten val zou kunnen brengen.
Veel vrouwelijke activisten hadden gehoopt druk uit te kunnen oefenen op bedrijven en regeringen om de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bevorderen. Ze hebben hulpeloos toegekeken hoe verschillende tech-miljardairs, waaronder Facebook CEO Mark Zuckerberg, van het steunen van diversiteit naar het steunen van Trump zijn gegaan en spraken over de voordelen van “mannelijke energie” en “agressie”.
De bazen en burgerlijke politici zijn zich ervan bewust dat hun macht precair is en dat het handhaven van hun systeem deels gebaseerd is op nationalisme en oorlogsdreiging. De weinige feministische verklaringen die door de heersende klasse zijn overgenomen, worden begraven door reactionaire ideeën.
Revolutionaire arbeiderspartijen hebben altijd gezegd dat de emancipatie van vrouwen alleen bereikt kon worden door de revolutionaire omverwerping van het kapitalisme. En militanten als Clara Zetkin waren zich er terdege van bewust dat deze emancipatie niet bereikt kon worden door simpelweg te proberen het lot van vrouwen binnen het kapitalistische systeem zelf te verbeteren.
En het was ook haar strijd om mannen en vrouwen te laten begrijpen dat de deelname van vrouwen aan de socialistische beweging een onmisbare voorwaarde was voor elke beweging die voor de belangen van arbeiders vecht: “Zonder de hulp van mannen, ja dikwijls tegen hun wil, zijn vrouwen onder het vaandel van het socialisme gestapt. (…) Maar nu staan zij onder deze banier en zij zullen er onder blijven! Zij zullen eronder vechten voor hun emancipatie en voor hun erkenning als gelijkwaardige menselijke wezens. (…) Ze zijn bereid alle lasten en offers te delen die deze strijd met zich meebrengt, maar zij zijn ook vastbesloten om, na het behalen van de overwinning, alle rechten op te eisen die hen toekomen.”
Echo’s uit de betoging
Meer dan 10.000 mensen demonstreerden op 8 maart in Brussel ter gelegenheid van Wereldvrouwendag. Sommigen demonstreerden voor de eerste keer. Er heerste een broederlijke sfeer en velen waren in groepen gekomen en hadden op hun borden geschreven dat ze de onderdrukking van vrouwen aan de kaak stelden, en dat ze vastbesloten waren zichzelf niet te laten doen.
De demonstratie was ook een gelegenheid om de strijd voor vrouwenemancipatie te koppelen aan andere gevechten tegen onderdrukking, om het bloedbad van de Palestijnen, de oorlog in Congo, de leefomstandigheden van migranten, imperialistische oorlogen, de bezuinigingen van de nieuwe regering, enz. aan de kaak te stellen. Velen zeiden dat ze tegen het kapitalisme waren.