Het wordt steeds duidelijker dat de bezuinigingsmaatregelen alleen op de werkende mensen zwaar wegen: door de ontslagen, de loonverminderingen, de verhoging van allessoorten belastingen, de vermindering van de budgets voor de openbare diensten die noodzakelijk zijn voor de bevolking, zoals de ziekenhuizen en het vervoer. En de rijken die zich voor en tijdens de crisis hebben verrijkt, slagen er niet meer in te verbergen dat ze bijna geen belastingen betalen.
En daarom verklaart Kris Peeters, federale minister van werk die verantwoordelijk is voor de onderhandelingen met de syndicale leiders, zich voorstander van een belasting op de vermogenswinsten.
Maar kletspraatjes voor de syndicale leiders en feiten zijn twee verschillende dingen. Alle regeringen waaraan de CD&V en de PS meegedaan hebben, hebben na elke verkiezing deze belofte gemaakt en dan omgekeerd gedaan.
Ze hebben de belasting op de vennootschappen verlaagd, van 47% aan het einde van de jaren 80 naar 33% vandaag. Ze hebben de grote bedrijven in staat gesteld de “notionele” interest af te trekken, wat dan hun belastingen tot 2 à 3% vermindert. Ze hebben al 10 jaar een bijna permanente “fiscale amnestie” aangeboden voor de grote fraudeurs die het geld dat ze tegen de fiscus beveiligd hadden, willen repatriëren. Ze hebben de “ruling” dienst opgericht die voordelige fiscale constructies voor de grote fortuinen goedkeurt om controle te vermijden. Ze hebben kantoren gesloten…
Dit is genoeg! Er is maar één middel om de rijken te doen betalen: de werkers moeten hen hieraan verplichten. En ze hebben het morele recht om dit te doen, want achter alle grote fortuinen zit hun werk, in de fabrieken en in de kantoren, waarvan de kapitalistische klasse de winst afhoudt.
En daarom is de eis van de syndicale leiders van een “rechtvaardig fiscaal systeem, een evenwichtige verdeling tussen inkomens uit arbeid en uit vermogens, met een extra inspanning van de grote fortuinen” niet realiseerbaar. En dit dient er maar toe de werkers te doen wachten en te laten geloven dat men kan onderhandelen en akkoord gaan met de kapitalisten.
Eerst is het loon geen inkomen! Het loon is maar een klein deel van de waarde die door de werkers wordt geschapen door wagens te maken, gebouwen te maken, diensten te verlenen, zoals de gezondheidszorg of het onderwijs. Het merendeel van de waarde die door het werk van de loontrekkenden wordt geschapen komt in de handen van de kapitalisten in de vorm van winst en … gaat de grote fortuinen verdikken.
De werkers hebben dus al gegeven, er is geen enkel reden om nog hun lonen te verminderen met bijdragen, belasten en taksen. De kapitalisten moeten betalen!
De « evenwichtige verdeling van de fiscale inspanning” zou bestaan als de kapitalisten alles zelf zouden betalen, voor hun Staat, hun onrechtvaardige justitie, hun politie, hun leger, hun F-16!
Velen zullen zeggen dat een belasting op de vermogens zou al iets zijn. Maar zo’n belasting bestaat in andere landen, bijvoorbeeld in Frankrijk, en dit houdt de Hollande-regering helemaal niet tegen om een bezuinigingspolitiek te voeren en de verarming van de werkende mensen te groeien.
Beaucoup diront qu’un impôt sur les fortunes, ce serait déjà ça. Mais un tel impôt existe dans d’autres pays, par exemple en France, sans que cela empêche l’austérité menée par le gouvernement Hollande, ni l’appauvrissement de la classe laborieuse !
Het is niet omdat een wet over zo’n belasting zou bestaan dat de rijken zich hiervan zouden kwijten aangezien ze al hun huidige belastingen niet betalen. Zowel voor de patroons en de regeringen als voor de fiscus is het doodsimpel om te weten hoeveel elke werker verdient. Maar de fortuinen van de rijken worden door geheimen beveiligd: het zakengeheim, het bankgeheim, en de rijken hoeven zelfs niet hun aandelen en andere financiële titels te verklaren.
Daarom zou het zinloos zijn om een vermogensbelasting te eisen zonder ook het opheffen van het zaken- en bankgeheim te eisen, samen met de controle van de werkers op de boekhouding van de bedrijven en van hun eigenaars.
Ja, de werkers hebben de middelen om te controleren waar de rijkdom naartoe gaat, omdat ze overal zitten: ze zien de grondstoffen die in de fabrieken binnenkomen en de afgemaakte producten die eruit gaan. Ze zitten in de kantoren waar ze de facturen opstellen, in de banken waar ze de overschrijvingen intikken en zelfs de geheime overeenkomsten rond de “ruling” en dergelijke worden door secretaressen bezorgen. Door al deze informatie samen te brengen kunnen ze controleren waar de rijkdom naartoe gaat en een andere verdeling ervan opleggen.