Sinds 2022 voert het Oekraïense leger oorlog onder leiding van Amerikaanse generaals. Uit een onderzoek van de New York Times blijkt dat de grote militaire operaties van Oekraïne vanaf de eerste maanden van het conflict werden gepland en gecoördineerd vanuit een Amerikaanse basis in Duitsland. Daar werden de offensieven uitgedacht, de doelwitten gekozen en de aanvallen gevalideerd. Oekraïense soldaten stierven in de aanvallen waartoe de Amerikaanse generale staf had besloten.
De wapens die door de Verenigde Staten zijn geleverd – zoals raketwerpers en raketten – zijn niet onvoorwaardelijk. Het zijn de Amerikaanse generaals die beslissen wanneer, waar en hoe ze kunnen worden ingezet. Richtgegevens van satellieten of inlichtingendiensten worden eerst door de Amerikanen verwerkt en vervolgens doorgegeven aan het Oekraïense leger. Op deze manier kunnen de Amerikaanse leiders beweren dat ze niet direct betrokken zijn bij het conflict, omdat zij niet degenen zijn die de trekker overhalen, maar wel degenen die richten.
Maar dit bloedige conflict is ook een enorme bron van winst voor de Amerikaanse bourgeoisie. Oekraïne is een sappige markt geworden voor de wapenindustrie, zowel Amerikaans als Europees. Elke raket die gelanceerd wordt, elke radar die vernield wordt, elke wapenlevering is een nieuwe bestelling voor bedrijven als Lockheed Martin, Raytheon of Northrop Grumman, de giganten van de Amerikaanse militaire industrie.
Op de dood van honderdduizenden mensen testen de Amerikaanse generaals hun wapens, hun tactieken en hun aanvallen op afstand. Ze observeren de reactie van het Russische leger en passen hun methodes aan. Een grootschalige “oorlog op proef”, waarin de Amerikaanse generaals ervaring opdoen om zich voor te bereiden op toekomstige conflicten… terwijl de Russische en Oekraïense bevolking de doden opstapelen.