Van de ongeveer 330.000 werkers uit de non-profitsector in België demonstreerden er 25.000 op 7 november in de straten van Brussel. Dat is bijna één op tien. Anderen, tegengehouden door de “minimumdienst”, weigerden niettemin werk om hun steun te betuigen aan de mobilisatie. Dit toont aan hoezeer deze werkers geïrriteerd zijn door de bedreiging van hun job en de verslechtering van hun werkomstandigheden.
Gemiddeld werken er twee keer zoveel vrouwen als mannen in deze sectoren. Verpleegkundigen, zorgassistenten, kinderverzorgsters, opvoedsters, fysiotherapeuten, cultureel werkers – ze zijn het zat dat ze niet goed kunnen zorgen voor de mensen die afhankelijk zijn van hun werk. Iemand wassen die oud genoeg is om hun moeder te zijn in minder dan tien minuten, moeten kiezen welke patiënt ze gaan redden tijdens de nachtdienst, een kind dat hulp nodig heeft aan zijn lot overlaten – het is ondraaglijk! Veel collega’s gaan kapot of veranderen van baan. Het personeelstekort is het perfecte excuus voor het management om steeds meer te eisen.
Op 7 november maakte de uitputting plaats voor woede, maar ook voor het gevoel van kracht dat we eindelijk voelen door samen te staan met onze collega’s! De demonstratie bestond uit dynamische optochten, die allemaal slogans scandeerden. Velen maakten hun eigen borden om hun verontwaardiging te uiten en de nodige middelen te eisen. We kunnen alleen maar wensen dat de minachting die de leiders in dienste van een door geld gedreven maatschappij tonen, in hun gezicht ontploft!