2000 militanten van het ABVV zijn op de samenkomst van 19 mei gekomen om “de regering Michel op te roepen een andere koers te kiezen: goede banen voor iedereen, een betere koopkracht en een eerlijke fiscaliteit.” Een samenkomst die de directie van het ABVV heeft georganiseerd om de militanten bezig te houden, om iets te doen… zonder niets te doen.
Om zo’n “koerswijziging” te krijgen zou de regering Michel de aandeelhouders van de bedrijven moeten verplichten een deel van hun winsten op te geven voor de lonen en in het voordeel van de gemeenschap. Dit is overduidelijk dat het niet zal voldoen om dat braafjes te vragen. Zoiets aan de regering vragen is net zoals melk aan een bok te vragen.
Alleen de werkers, door hun collectieve en bewuste strijd, kunnen een krachtsverhouding bouwen die de kapitalistische klasse zou verplichten achteruit te stappen. Want het zijn de werkers die alle rijkdom produceren en dus aan de basis staan van de patronale winsten. Maar de syndicale leidingen gaan helemaal niet in deze richting.