Op 26 november werd de mobilisatie van de leerkrachten in de Franse Gemeenschap druk bijgewoond. De schaamteloze leugens van de liberale minister, Valérie Glatigny, hebben veel leerkrachten woedend gemaakt. Ze ontkent, tegen alle bewijzen in, dat de besparingsmaatregelen van de regering Bouchez-Prévôt de werkonzekerheid en de werklast van de leerkrachten zullen verhogen. Dit verenigt jonge en oude leerkrachten die de minister probeert te verdelen door de ambtenarenstatus af te schaffen.
Deze mobilisatie kreeg veel sympathie van de werkers in Brussel en Wallonië. Het meest schokkend, zowel voor ouders als leerlingen, zijn de aanvallen op het technisch en beroepsonderwijs, waar veel opties zullen worden afgeschaft, de begeleiding zal worden verminderd en de toegang tot het 7e jaar zal worden beperkt.
De wens van de regering van de Federatie Wallonië-Brussel om tieners vanaf hun 15e jaar te laten “opleiden” in bedrijven wordt door ouders uit de arbeidersklasse, vooral die van allochtone afkomst, gezien als een weigering om hun kinderen de kans op een diploma te geven.
Deze sociale minachting wordt in feite gedeeld door alle politieke partijen die elkaar de afgelopen 50 jaar in de regering hebben opgevolgd, inclusief de socialisten. De politieke leiders beperken hun ambities tot de behoeften van de bazen en kapitalisten, wier beslissingen massale werkloosheid veroorzaken. Wat heeft het voor zin, zeggen de ministers, om elk kind een goede opleiding te geven als de meesten van hen perioden van werkloosheid en onzekere banen zullen afwisselen? Wat heeft het voor zin, vragen ze, als Westerse bedrijven ingenieurs, dokters en geschoolde arbeiders binnenhalen die opgeleid en gekwalificeerd zijn in Afrika, Oost-Europa en India? Specialisten waar in hun eigen land een groot gebrek aan is.
Het is met dezelfde totale onverantwoordelijkheid dat onze leiders omgaan met alle problemen van de mensheid. Versnelt de opwarming van de aarde? Ze gaan kletsen op internationale klimaatconferenties (COP). Vervolgens maken ze, ver weg van de camera’s, zogenaamde hulp aan derdewereldlanden afhankelijk van contracten die de financiers en industriëlen van de machtigste kapitalistische landen verrijken.
Geen enkele recyclageoplossing de groeiende vervuiling door plastic afval, geproduceerd door de industrie en de handel, kan stoppen? De rijke landen ontdoen zich van dit afval, dat de landen van Azië en Afrika overspoelt.
Met hetzelfde cynisme zetten ze mensen tegen elkaar op, Oekraïners tegen Russen, Israëli’s tegen Palestijnen, Libanezen, Syriërs, Iraniërs, of Rwandezen tegen Congolezen. Deze oorlogen vullen de orderboeken van kapitalistische groepen op elke stap, van de verkoop van raketten tot wederopbouwcontracten, waar die bestaan. Bovenal zijn deze oorlogen een gelegenheid voor Westerse landen om hun controle op te leggen over de koolwaterstof- en mineraalbronnen van regio’s die zich hebben bevrijd van directe kolonisatie.
Gekleed met hun mooie pakken, met een toespraak over mensenrechten – of vrouwenrechten – op hun lippen, schudden onze ministers handen met dictators die Westerse kapitalisten toestaan om arbeiders zonder rechten tot de dood uit te buiten, zoals in Saoedi-Arabië, of om te profiteren van de slavernij van kinderen in coltanmijnen zoals in Congo.
Het zijn deze leiders, opgeleid door de barbaarse en wrede strijd tegen het volk om het extravagante fortuin van een paar duizend miljardairs te vergroten, die de systemen van onderwijs, gezondheidszorg en zorg voor gehandicapten en ouderen “hervormen”, met walgelijke resultaten in al deze sectoren.
Zolang de economie onderworpen blijft aan de wet van de winst, aan de concurrentie tussen kapitalisten om de rijkdom te monopoliseren, zal geen enkele regering regeren in het belang van de meerderheid van de bevolking. Er kan geen regering zijn die werkelijk in dienst staat van de mensheid als geheel totdat de arbeiders het kapitalistische systeem hebben vernietigd.
De toekomst van de mensheid hangt daarvan af. Haar problemen en behoeften kunnen alleen worden gegarandeerd op basis van socialistische samenwerking tussen volkeren, vrij van grenzen en uitbuiting.