In het weekend van 7 en 8 oktober lanceerde Hamas een militaire operatie tegen Israël. Het vuurde raketten af en stuurde honderden gewapende mannen om de Israëlische bevolking te beschieten en gijzelaars te nemen.
In reactie daarop voert de Israëlische regering een militair offensief uit en belooft dat “de vijand een ongekende prijs zal betalen”, waarbij de vijand de hele Palestijnse bevolking is. Maar sinds 1948 hebben de Palestijnen al een exorbitante prijs betaald voor de Israëlische bezetting van hun land en de dood en verdrijving van honderdduizenden Palestijnen.
De mensen die in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor deze situatie bevinden zich niet in het Midden-Oosten. Zij zitten in Londen, Parijs en Washington. Het zijn de leiders van de imperialistische mogendheden die deze onontwarbare situatie hebben gecreëerd, die er bewust en weloverwogen voor hebben gekozen om deze twee volkeren, net als zoveel andere op deze planeet, tegen elkaar op te zetten.
Vanaf het begin was de Britse regering, met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, op zoek naar een manier om het Turkse Rijk, dat geallieerd was met Duitsland, te verzwakken. De Britten besloten de zionistische beweging te steunen, die aan het eind van de 19e eeuw was ontstaan. Deze beweging stelde zich ten doel een Joodse staat te stichten in Palestina, dat toen een provincie van het Turkse Rijk was. Maar Palestina was geen land zonder mensen, in tegenstelling tot wat de zionisten verkondigden: het werd voor het overgrote deel bevolkt door Arabieren en in 1914 vertegenwoordigden de Joden minder dan 10% van de inwoners.
Terwijl ze de zionistische beweging steunden, beloofden de Britse diplomaten aan Arabische stammen de oprichting van een groot koninkrijk in Palestina, in ruil voor hun militaire steun tegen het Turkse Rijk.
In feite waren de Britten niet van plan om zich aan deze beloften te houden. Door zowel de Joden als de Arabieren te steunen en ze zo tegen elkaar op te zetten, probeerden de Britse leiders zich op te werpen als de scheidsrechters van de situatie. In de nasleep van de Eerste Wereldoorlog kregen ze een mandaat over Palestina van de Volkenbond, de voorloper van de VN, waar ze hun eigen administratie opzetten.
In die tijd bleef het zionisme een ultra-minderheidsbeweging onder de Europese Joden. Pas na de barbaarse vervolgingen door de nazi’s en de vernietigingskampen wendden honderdduizenden Joden zich uit wanhoop tot zionistische organisaties. Deze organisaties beloofden hen dat de enige manier om te voorkomen dat ze dergelijke verschrikkingen opnieuw zouden moeten beleven, de oprichting was van een Joodse Staat die hen zou beschermen.
De zionistische organisaties konden zo de troepen vinden die ze nodig hadden om het Verenigd Koninkrijk te dwingen zijn aanwezigheid in Palestina te beëindigen. In 1947 stemde de VN over een verdelingsplan voor Palestina, dat bestond in de oprichting van een Joodse Staat en een Arabische Staat, de eerste contouren van een tweestatenoplossing.
Sinds de geboorte van Israël in 1948 hebben zijn leiders een permanente staat van oorlog met de Arabische staten gehandhaafd en zijn ze opgetreden als tussenpersoon voor het Amerikaanse overheersingsbeleid in het Midden-Oosten. In ruil daarvoor garandeerden de Verenigde Staten Israël onwrikbare steun, zodat het een betrouwbare bondgenoot in de regio zou hebben.
Als revolutionairen zijn wij onvoorwaardelijk solidair met de Palestijnse strijd voor erkenning van hun nationale rechten. Niets kan het beleid van minachting en geweld, militaire bezetting en kolonisatie van de Israëlische regeringen rechtvaardigen.
Maar het beleid van blind geweld van Hamas is een doodlopende weg, ook voor de Palestijnen die het beweert te verdedigen. Het staat op dezelfde lijn als de permanente oorlog van de Israëlische Staat tegen het Palestijnse volk, maar dan met minder middelen.
De Israëli’s betalen op hun beurt de prijs voor Israëls beleid van permanent Staatsterrorisme, door aangevallen te worden, en door geregeerd te worden door extreemrechts. Een volk dat een ander volk onderdrukt, kan geen vrij volk zijn.
De enige uitweg uit dit conflict is dat de uitgebuite volkeren van de regio, Joden en Arabieren, een gezamenlijke strijd voeren tegen hun eigen heersers en de heersende klassen wier belangen zij dienen, en tegen het imperialisme, dat er alles aan heeft gedaan om deze volkeren tegen elkaar op te zetten.
De enige uitweg uit dit conflict is dat de uitgebuite volkeren van de regio, Joden en Arabieren, een gezamenlijke strijd voeren tegen hun eigen regeringen en de bezittende klassen wier belangen zij dienen, en tegen het imperialisme, dat er alles aan heeft gedaan om deze volkeren tegen elkaar op te zetten.