Handelsoorlog en kapitalistische chaos

Donald Trump had belastingen van 25% aangekondigd op producten die uit Mexico en Canada werden geïmporteerd, voordat hij op 6 maart een ommezwaai maakte. In minder dan 24 uur schortte hij de meeste van deze belastingen voor een maand op onder druk van de financiële markten en sommige Amerikaanse grote bazen. Een hele reeks producten uit Mexico en Canada blijft echter onderworpen aan de nieuwe douanerechten, die met 25% worden verhoogd. Tijdelijke of permanente tegenslag?

In ieder geval zorgen deze aankondigingen voor reacties van het Amerikaanse patronaat en versterken ze de kapitalistische chaos.

Want niet alle kapitalisten gaan akkoord met deze belastingen. De auto-industrie is bijvoorbeeld afhankelijk van complexe handel met Canada en Mexico: elk onderdeel passeert deze grenzen meerdere keren voordat een auto volledig is geassembleerd. Een verhoging van de tarieven zou dit systeem hebben ondermijnd door de kosten op te drijven. Hetzelfde geldt voor Boeing, waar een directielid van de groep heeft gewaarschuwd voor het risico van leveringsonderbrekingen die de productie zouden verstoren als de tarieven werden verhoogd.

Als sommige kapitalisten tegen belastingen zijn, dan is dat niet om de arbeiders te verdedigen. Evenmin probeert Trump Amerikaanse werkers te beschermen door de tarieven te verhogen. In de Verenigde Staten, Mexico, China en elders zijn het de werkers die de prijs betalen van deze economische oorlog en deze ommezwaai over tarieven.

Duizenden Chinese arbeiders zouden hun baan kunnen verliezen als gevolg van de 10% belastingverhoging op export naar de Verenigde Staten. Supermarkten zoals Walmart, die 60% van hun producten uit China betrekken, zouden van leverancier kunnen veranderen, waardoor duizenden Chinese arbeiders zonder werk zouden komen te zitten.

Amerikaanse werkers zijn niet beter af.  Enerzijds zijn de stijgende prijzen voor consumptiegoederen een directe last voor werkende gezinnen. Aan de andere kant bedreigen de tarieven die China, Europa en Canada opleggen ook duizenden Amerikaanse banen in de landbouw en de energiesector. Tussen inflatie en ontslagen maakt deze oorlog de baanonzekerheid alleen maar erger. Het is een leugen om te doen alsof een land economisch soeverein kan zijn, gezien de mate waarin de economie op wereldschaal verstrengeld is.

In deze handelsoorlog gebruikt Trump bluffen als wapen tegen de handelspartners van de Verenigde Staten. Op vrijdag 8 maart deed hij het weer en dreigde hij Canada met een verhoging van 250% van de invoerrechten op hout en zuivelproducten. Of het nu gaat om een echte bedreiging of gewoon om intimidatie, concurrentie op douanegebied voedt nationalistische propaganda.

In Europa bijvoorbeeld hebben regeringen van de aankondiging van nieuwe belastingen van 25% op Europese producten direct gebruik gemaakt om te proberen de bevolking achter het Europese patronaat te krijgen, door Trump voor te stellen als een bedreiging waartegen mensen zich collectief zouden moeten verdedigen door “Europese producten te kopen” of “Amerikaanse producten te boycotten”.

Dit alles dient vooral om de aandacht af te leiden van de echte daders van de oorlog, namelijk de kapitalisten.