Honderd jaar geleden, in juni 1914, verzetten tienduizenden Italiaanse arbeiders zich tegen de oorlogs- en koloniale politiek van hun regering. Vanuit Ancona bereikte de opstand de grote industriële centra zoals Turijn en Milaan in het Noorden en dan de streken van het Zuiden rond Napels en Bari. De botsingen met de politie en het leger veroorzaakten tientallen doden en veel gewonden. Maar de Italiaanse burgerij, vol angst, twijfelde meer dan een jaar alvorens aan de eerste wereldoorlog mee te doen, een verschrikkelijke slachtpartij waarvan het enige doel de verdeling van de koloniale rijken was.
Een bewijs ervoor, dat door de historici van vandaag helemaal ongeweten is, dat de werkers de enige kracht was om zich tegen de oorlog te verzetten en dat ze zich hiervoor hadden ingezet. Een waarheid waaraan men moet denken, in de beroering en de conflicten van de kapitalistische wereld vandaag.