Nu in september is er toch één minister die terug aan het werk kan, wetende dat hij mensen blij zal maken. Neen, het gaat niet over Daniel Bacquelaine, de MR minister van pensioenen. Met zijn hervorming, die onder anderen het beperken tot 5 jaar van “gelijkgestelde periodes” voorziet, weet hij dat hij zich voorbereidt het pensioen van honderdduizenden toekomstige gepensioneerden te verminderen.
Het gaat ook niet over Sophie Wilmès, de MR minister van de begroting, die 2,4 miljard € aan nieuwe bezuinigingsmaatregelen moet voorstellen, terwijl er 5 andere miljarden tegen 2018 zullen moeten gevonden worden.In totaal staat dat gelijk aan 300 scholen die niet gebouwd of vernieuwd zullen worden ondanks het gebrek aan plaatsen. Maar men zou natuurlijk deze besparingen kunnen uitdrukken in overheidsbanen die geschrapt zijn, in stations, in bibliotheken of in ziekenhuizen
Het gaat natuurlijk ook niet over Kris Peeters, minister CD&V van werkgelegenheid. Met de annualisering van de arbeidstijd, wil Peeters de bedrijven in staat stellen hun loontrekkenden langere werkdagen en -weken op te leggen zonder overuren te moeten betalen of inhaaldagen te moeten geven. Hij wil ook de loonblokkering versterken, door overeenkomsten per sectoren of per bedrijven die loonsverhogingen toegeven, te verbieden. En om deze maatregelen te kunnen blijven rechtvaardigen met de “competitiviteit” van de Belgische lonen in vergelijking met deze in de buurlanden, wil Peeters niet meer dat de daling van de patronale bijdragen van 33% naar 25% die vorig jaar beslist is, in rekening wordt gehouden in het berekenen van de loonkosten.
Neen, de minister van de blije mensen is Johan Van Overtveldt, minister N-VA van financiën, die met een daling van de belasting op de vennootschappen begint. Natuurlijk wist iedereen dat het tarief van 33,99% belasting op de winsten van de bedrijven maar een fictie was, gezien er zoveel fiscale niches en cadeaus in hun voordeel zijn uitgevonden, en niet alleen voor de grotere. In 2015 bijvoorbeeld heeft AirBnB slechts 0,01% belasting betaald op zijn winst van 63 miljoen €.
Maar al deze niches, deze uitzonderingen, en speciale regelingen zoals de “notionele interestaftrek”, of de “excessprofits ruling”, roken te veel naar fiscale paradijs en min of meer wettelijke fraude ten opzichte van de andere landen.
De Europese Unie probeert trouwens regels in te stellen om deze praktijken moeilijker te maken. Daarom kiezen de Europese regeringen gewoon voor een algemene daling van de belasting op de vennootschappen. Om de gevolgen van de Brexit tegen te gaan, kondigt de Britse regering een tarief van 15%. De Franse Premier, Manuel Valls, probeert te volgen, met een tarief van 28%. En in België? 25 % ? 20 % ? Elke regeringspartij heeft een voorstel.
De staten haasten zich om de kapitalisten hun fiscale voordelen aan te bieden, niet meer op een verborgen manier, maar schaamteloos.
In zulke zaken voelt de regering Michel zich op haar gemak. Ze stelt zich cynisch en openlijk ten dienste van de rijken en van de bazen. Natuurlijk profiteren de PS en SP.a ervan om goedkope oppositie te voeren. Hun kamerleden en woordvoerders klagen de N-VA aan die de salarissen van de bazen van de overheidsbedrijven niet meer wil beperken, terwijl de regering de lonen blokkeert en de arbeidstijd verlengt.
Maar wat hebben de socialistische partijen gedaan toen ze in de regering zaten? Dezelfde politiek! Sinds 1980 hebben ze aan bijna alle regeringen meegedaan die bezuinigingsmaatregelen hebben opgestapeld, rechten en wetten die de werkers toch een beetje beschermden, ontmanteld. En dit door tegelijk de bazen en aandeelhouders massale hulp te geven. Alle de wetten die de gepensioneerden hebben verarmd, de lonen geblokkeerd, de werklozen uitgesloten, zijn goedgekeurd door hun ministers. En als de afkeer die door de regering Michel wordt veroorzaakt bij een ruim deel van de bevolking maakt het mogelijk voor de socialisten om van de volgende regering deel te maken, zullen ze deze politiek doorvoeren, net zoals de huidige regering deze van regering Di Rupo doorvoert.
Dit spektakel, tussen de regeringspartijen en deze van de oppositie, dient er alleen toe de macht van de echte beslissers van de regeringspolitiek te verbergen: de banken en de grote bedrijven.
Erin slagen zich tegen de slagen van de regering te verzetten en zich tegen hun uitbuiters te verzetten, de bazen, de aandeelhouders, betekent dat de werkers zich moeten organiseren en zich moeten voorbereiden tot een belangrijke strijd, want alleen de krachtsverhouding zal de ministers en het patronaat dat hen leidt terugdringen.