Hoewel de christelijke vakbonden niet tot de staking hebben opgeroepen, zijn veel overheidsdiensten op 10 oktober sterk verstoord. Veel werkers hebben dus gevolgd en zijn niet komen werken, leden uit het ACV en van de Franstalige CSC inbegrepen. Ze zouden talrijker zijn geweest, mochten de vakbonden niet zoveel krediet hadden verloren. Deze mobilisatie van maar één dag, zonder vergadering waar de werkers zich kunnen uitdrukken en hun leuzen zelf bepalen, zonder betoging om allemaal samen te komen, dat hebben we teveel gezien en men weet dat ze niet zullen voldoen om de regering achteruit te dringen.
Nochtans ontbreken de redenen om te staken zeker niet. Onder de beslissingen van de regering is er onder anderen die over de overheidsadministraties die nu oproep zullen mogen doen op uitzendkrachten. Een toestand die al in Vlaanderen bestaat en die wordt overwogen voor Wallonië. De minister van ambtenarenzaken, Steven Vandeput (N-VA), heeft de einde van de ambtenaarschap duidelijk verklaard. Het statuut zou voortaan alleen bestemd worden voor “topambternaren”. De pensioenen van de overheidsdienst, die al met een paar honderden euro per maand afgesnoeid zijn door deze regering en de vorige, zullen nog veel afnemen. De invoering van een puntensysteem dat door de regering wordt overwogen, betekent het einde van het huidige pensioenstelsel. De werkers die op pensioen vertrekken worden slechts gedeeltelijk vervangen, en de werklast van diegenen die overblijven stijgt enorm.
Zoals men moest verwachten zijn de stakers ervan beschuldigd door het patronaat en zijn dienaars om “de gebruikers te gijzelen”. Dit is gedurfd, want de besparingen van de regering in de overheidsdiensten hebben gevolgen voor alle gebruikers! Men moet maar kijken naar de tunnels en bruggen die het verkeer gesloten zijn omwille van investeringstekort.
Maar vooral ondergaan de werkers uit de overheidsdiensten dezelfde aanval als de werkers uit de privé. Dit is dezelfde precariteit, dezelfde loonverlagingen, dezelfde stijging van de werklast. Samen worden ze aangevallen, en samen kunnen de werkers uit de privé en uit de overheidssectoren zich verdedigen!
Het geld van de overheid moet tot de overheid dienen! De besparingen in de overheidsdiensten dienen ertoe de cadeaus aan de kapitalisten te financieren: de verlagingen van de sociale bijdragen ten voordeel van het patronaat (dit jaar van 33% naar 25% overgegaan), de verlagingen van de vennootschapsbelastingen (van 33,9% naar 25% overgegaan voor een basistarief dat door veel bedrijven zelfs niet betaald moet worden), de subsidies aan de bedrijven en aan de banken (14 miljard euro in 2016!). Maar deze cadeaus van de Staat die de opeenvolgende regeringen altijd gerechtvaardigd hebben door het zogenaamd behoud van de werkgelegenheid, hebben niet alleen de bedrijven en banken, ook als ze winstgevend zijn, niet tegengehouden te ontslaan. Maar de Staat zelf schrapt duizenden banen op alle niveaus, van het federaal tot in de gemeenten. Dit zijn evenveel banen minder voor de jongeren die afgestudeerd zijn.
Deze toestand waar de enen in de werkloosheid vastzitten, terwijl de anderen als honden werken, verziekt het leven van ons allemaal. Nochtans van werk is er meer dan genoeg. Bewijzen hiervan zijn het aantal burnout en het feit dat de mensen steeds jonger versleten zijn door het werk. De technologische vooruitgang zou het mogelijk maken dat we allemaal minder werken, door tegelijk beter te verdienen. Maar de productiviteit van de laatste 40 jaar zijn in de winsten opgegaan en niet in de lonen en pensioenen. Ze hebben alleen de bazen en aandeelhouders verrijkt. De winst is de enige reden waarvoor het patronaat de verlenging van loopbanen wil, want op deze manier worden de pensioenen kleiner. Men moet van de winsten nemen om massaal aan te nemen in de openbare diensten die nuttig zijn aan de bevolking en het werk onder iedereen verdelen zonder loonverlies!
Geld is er om dat allemaal te financieren! Nooit zijn er zoveel miljonairs in België geweest en nooit zijn de rijksten zo rijk geweest! Voor hun banen en hun lonen, voor betere arbeidsomstandigheden, betere openbare diensten, hebben de werkers geen andere keuze dan het geld gaan halen waar het zit.
Het gaat dus om veel meer dan tegen deze regering te strijden. Dit is tegen de uitbuiting, tegen de kapitalistische klasse dat men moet opstaan. Deze strijd zal niet van de syndicale apparaten komen. Die zal van de werkers komen.
Maar het is precies deze strijd dat men vanaf vandaag moet voorbereiden. Daarom zijn al de collectieve strijd, hoe beperkt die blijft, een gelegenheid om het te doen. Dit is de gelegenheid om elkaar te ontmoeten en met elkaar te spreken onder militanten en werkers over de nodige strijd. Al diegenen die het lastercampagne van de pers en van de regering hebben getrotseerd om deel te nemen aan de staking van 10 oktober, en dit terwijl ze vaak heel wantrouwig zijn tegenover de syndicale leidingen, hebben hun fierheid van werkers getoond en ook dat men het hoofd niet zal buigen! Dit is een waarborg voor de toekomst.