In 2006 onderging de Volkswagen (VW) fabriek in Vorst een gewelddadige herstructurering. 3000 werkers werden ontslagen en vertrokken met een premie of met vervroegd pensioen. Audi hervatte de productie, maar ten koste van slechtere arbeidsomstandigheden en een aanzienlijk loonverlies.
Dat jaar boekte VW echter recordverkopen en -winsten en kocht het zelfs andere merken. Alleen al in de eerste zes maanden van 2006 maakte VW een nettowinst van 1,2 miljard euro, drie keer meer dan in de eerste helft van 2005.
De aankondiging van de sluiting
De eerste geruchten over sluitingen lekten begin 2006 uit. VW zou het grootste afvloeiingsplan in zijn geschiedenis voorbereiden: langere werktijden, het verlies van 20.000 banen (d.w.z. één op de vijf in Duitsland!) en de overplaatsing van de fabriek van Vorst naar Duitsland.
In september 2006 begonnen de onderhandelingen met de vakbonden in Duitsland. De directie wilde de arbeidstijd verlengen van 28,8 naar 35 uur en tienduizenden banen schrappen.
In België verkeren de werkers in onzekerheid: gaat de fabriek dicht of vallen er massaontslagen?
Op 17 november werd een vergadering van de VW-groep gehouden. Uit angst voor een reactie van de werkers werden de politie en hun waterkannonen rondom de fabriek gestationeerd. Er werd niets aangekondigd. Geconfronteerd met deze minachting en “om erachter te komen”, liepen enkele tientallen assemblagewerkers naar buiten en leidden de anderen. De nacht- en weekendploegen volgden en bij elke ploegwisseling bleven de arbeiders een uur of twee aan de poort staan… maar de vakbonden riepen tot niets op!
Op dinsdag 21 november kondigden de pers en de vakbonden aan dat 3500 arbeidersbanen en 500 bedienden zouden worden geschrapt. Het kwam als een schok. Onder de honderden werkers die aan de poort stonden, liepen de emoties hoog op. Ze hadden alle vereiste offers gebracht. De productiviteit was tot het uiterste gedreven, de lonen verlaagd, het werktempo verhoogd, terwijl de gemiddelde leeftijd boven de 42 lag. De vakbonden hadden alles geaccepteerd onder het mom van het redden van banen!
Reactie van de arbeiders, de vakbonden matigen
Honderden arbeiders bezetten spontaan de fabriek. Maar onder het voorwendsel van schade, die niet de schuld was van de arbeiders die het initiatief tot de bezetting hadden genomen, sloten de vakbondsleiders alle deuren en organiseerden ze een filter bij de hoofdingang, zodanig dat praktisch niemand verder kon dan de perimeter van de ingang. Vervolgens kondigden de vakbondsleiders aan dat ze pas de volgende ochtend een algemene vergadering zouden houden!
Meer dan 3.000 arbeiders kwamen naar de bijeenkomst, waarvan velen wachten erop dat de vakbondsleiders acties voorstellen. Maar ze beperken zich beloftes om te onderhandelen over ontslagvergoedingen en om zoveel mogelijk banen in Vorst te behouden, zonder ook maar de minste actie voor te stellen en de werkers op te roepen om naar huis te gaan en… naar de media te luisteren voor nieuws! Zelfs binnen het vakbondsapparaat zijn sommige militanten geschokt!
De vakbondsleiders werden uitgejouwd door een grote minderheid van de aanwezige arbeiders. Maar met niets anders om naar uit te kijken, vertrokken velen. Anderen bleven en begonnen met ongeveer 300 mensen aan een demonstratie door de gemeente.
Ondanks de weigering van de vakbonden om de werkers op te roepen om actie te voeren en ondanks het gebrek aan organisatie, stonden tussen de 50 en 200 werkers permanent buiten het bedrijf tijdens hun normale werkuren. In totaal zijn er zo’n 500 arbeiders gemobiliseerd.
Op vrijdag 24 zette een demonstratie van ongeveer honderd vakbondsmilitanten en arbeiders een karkas van een Polo neer voor de VW-dealer in Anderlecht.
Ongeveer 150 arbeiders gingen vervolgens naar Faurecia, een van de nabijgelegen toeleveranciers, waar de bezetting werd georganiseerd. In de loop van de week waren er bezoeken gepland aan andere autofabrikanten – Ford in Genk, Opel in Antwerpen, Volvo in Gent – om de werkers uit te nodigen hun solidariteit te betuigen met de werkers van VW en om de demonstratie in Brussel bij te wonen die gepland stond voor 2 december. Maar uiteindelijk was er geen contact of uitwisseling tussen de werkers.
Ook onderaannemers mobiliseerden zich op dit moment, maar tijdens het hele herstructureringsplan vochten VW-werkers en toeleveranciers helaas alleen.
De betoging van 2 december 2006 en de voorbereiding ervan
De Belgische vakbonden en de Duitse IG Metall bereiden een grote “solidariteitsmars” voor op 2 december. Aan de vooravond van de betoging kondigde de belangrijkste Duitse délégué — op patronale toon — aan dat Audi de vestiging zou kunnen overnemen… als de arbeiders hun lonen zouden verlagen.
Er waren slechts ongeveer 20.000 demonstranten, in plaats van het dubbele of driedubbele bij andere gelegenheden. Maar met 20.000 zou het mogelijk zijn geweest om een plan voor te stellen om te vechten tegen ontslagen en patronale aanvallen. In plaats hiervan uitten de vakbondsleiders hun opluchting over het feit dat Audi de fabriek had overgenomen… terwijl duizenden arbeiders in de kou bleven staan.
Audi dicteert zijn voorwaarden
Bij gebrek aan een grootschalige mobilisatie dicteerde de directie van Audi haar voorwaarden voor de overname: een verlaging van de loonkosten met 20%, waaronder een verhoging van 35 tot 38 werkuur per week in 2009; en het massaal uitbesteden van werkers, met loonsverlagingen en meer flexibiliteit.
En om duidelijk te maken dat de staking snel moest eindigen, kondigde de directie aan dat de 5400 werkers vanaf 4 december 2006 niet meer door VW zouden worden betaald.
De toenmalige VLD premier, Guy Verhofstadt, was opgetogen: “Volkswagen zal een springplank zijn om onze economie competitiever te maken”. Inderdaad, de productiviteitsdruk die VW-Audi opgelegd krijgt, zal dan opgelegd worden aan alle werkers.
Premies en brugpensioen
De aankondiging van het herstel, en vervolgens van de premies, komt als een opluchting voor de vakbondsleiders: ze zullen het plan kunnen verdedigen tegenover hun achterban. De directie stelt premies voor tussen €25.000 en €144.000 bruto, belast tegen 55%. Deze premies zijn bij lange na niet genoeg om het verlies van banen te compenseren, maar ze zijn wel “historisch” volgens hoofdafgevaardigde Jan Van der Poorten, die er bij de werkers op aandringt om ze te accepteren.
Wie wil vertrekken en de premie wil opstrijken, moet dat snel aankondigen. Maar de situatie is volstrekt onduidelijk, vooral wat betreft de gevolgen voor het recht op een werkloosheidsuitkering. Iedereen maakt een afweging: in de fabriek blijven met loonverlies of vertrekken met de premie maar zonder zeker te zijn een baan terug te vinden.
De directie wil de werkhervatting
Nadat de directie haar voorwaarden heeft gepresenteerd, wil ze een terugkeer de werkhervatting afdwingen. Maar voor de arbeiders is er niets geregeld en het werk wordt niet hervat.
Het aantal arbeiders voor de fabriek neemt echter af. De arbeiders zijn er, vergeten door de wereld! De vakbonden boden niets, kwamen af en toe langs, maar hadden geen informatie te geven. Rond het vuur bleef de discussie steeds meer beperkt tot “Kijk, we zijn met zo weinig, waar zijn de anderen? Bij gebrek aan vooruitzicht stijgt de demoralisatie.
Hoofdafgevaardigde Jan Van der Poorten heeft aan de pers – en dus aan de bazen – aangekondigd dat hij gelooft dat een werkhervatting, op zijn minst symbolisch, mogelijk zal zijn voor het einde van het jaar. Dit zal worden bevestigd door een referendum.
Het referendum over « de voortzetting van de beweging”
Op vrijdag 5 januari, nu de strijdlust was weggeëbd, organiseerden de vakbondsleiders een referendum voor of tegen “de voortzetting van de beweging”.
Tijdens de algemene vergadering op de ochtend van het referendum verdedigden de leiders van de drie vakbonden hun akkoord met de directie, dat koud onthaald werd door de 2000 verzamelde arbeiders en uitgejouwd door de grote minderheid die had deelgenomen aan de zeven weken durende aanwezigheid aan de poort van de fabriek.
Op het einde van de vergadering nam ABVV-afgevaardigde Sandra Goret – bekend als een strijdvaardige délégué – het woord om de vaagheid en ontoereikendheid van het akkoord aan te klagen en op te roepen om tegen de overname te stemmen: “Als zij dat bedrag hebben gekregen, hadden wij het dubbele kunnen krijgen, als we het niet meteen hadden aanvaard”. Zijn toespraak, een openlijke kritiek op de belangrijkste afgevaardigde Jan Van der Poorten, werd warm toegejuicht. Maar haar toespraak werd alleen in het Frans gehouden en niet vertaald. Een liberale afgevaardigde maakte van de gelegenheid gebruik om haar te beschuldigen van gebrek aan respect voor Vlaamse arbeiders (60% van de werkers), maar zorgde ervoor haar toespraak niet te vertalen…
Van de 2000 mensen die hebben gestemd (degenen die kozen voor vrijwillig vertrek en vervroegd gepensioneerden werden uitgesloten van de stemming), was 46% voor voortzetting van de staking (meer dan 900!). Maar volgens de “wet” van de vakbondsbureaucraten heb je 66% nodig om te staken. Terwijl zelfs een minderheid het opstarten van de productie kan verhinderen en sterke druk kan uitoefenen op de aandeelhouders.
Toen de uitslag van de stemming rond 18.00 uur bekend werd gemaakt, stonden er nog 150 arbeiders aan de poort van de fabriek. Velen van hen hoopten nog steeds bij de eerste de beste gelegenheid opnieuw te kunnen staken.
Het laatste referendum
Op 28 februari 2007 maakten de vakbonden zich op om een “intentieverklaring” met de directie te ondertekenen. Op het menu, voor de werkers die niet weggingen: een omschakeling van 35 uur naar 38 uur voor hetzelfde loon, geen betaling voor de 20-minutenpauze, een fusie van premies, het recht voor de directie om de RTT’s zelf te plaatsen, enzovoort. De directie chanteert: nemen, anders zal de fabriek dichtgaan. Een deel van het vakbondsapparaat geeft de chantage van de directie door.
Als reactie hierop braken er verschillende stakingen uit en protesteerden sommige arbeiders. Geconfronteerd met het verzet van de arbeiders besloten de vakbondsleiders, die uitgejouwd en uitgescholden werden, uiteindelijk om een referendum te houden. Maar dit was verre van democratisch, het was een manier om de arbeiders de verantwoordelijkheid te laten dragen voor de sluiting van de fabriek of de verslechtering van de uitbuiting. In het referendum dat de volgende dag werd gehouden, kon men kiezen tussen “JA voor een toekomst met Audi” en een verslechtering van de uitbuiting, of “NEE tegen een toekomst met Audi”… en het vooruitzicht van de sluiting van het bedrijf!
Desondanks stemde 23% van de werkers – iets meer dan 500 – nog steeds NEE!
Maar na het referendum verkozen nog eens 200 arbeiders om met de premie te vertrekken. Onder hen bevond zich een fractie van de vakbondsminderheid van het ABVV, die een gevoel van nederlaag achterlieten en een fabriek ontdaan van hun “grote monden”, een heel deel van degenen die 7 weken lang de piket hadden gehouden.
In 2006-2007 waren de aanvallen op VW-werkers wijdverspreid, zowel in Duitsland als in België. De bereidheid van een aanzienlijk deel van de werkers om zich te verdedigen zal worden verkwanseld door de vakbondsleiders, die tevreden zullen zijn met wat VW en Audi bieden: premies, vervroegd pensioen en een gedeeltelijke overname door Audi, en zullen manoeuvreren om de overname door te drukken.
Om hun belangen te verdedigen tegen de aanvallen van de bazen, moeten de arbeiders zichzelf een leiderschap geven over de beweging onder hun controle, dat hun wil om zichzelf te verdedigen zal weerspiegelen.