De bommetjes van Francken

Gebruik makend van de asociale onrust in Brussel op oudejaarsavond (een zestigtal auto’s in brand gestoken, vijftien MIVB-voertuigen beschadigd en 159 mensen gearresteerd), ging Théo Francken (N-VA) naar de pers om op te roepen tot het gebruik van “niet-dodelijke” wapens door de politie, zoals het FN 303-geweer, tijdens “rellen”.

De demagogie van de extreemrechtse politicus Francken is niet anekdotisch. Het maakt deel uit van een trend naar harder politieoptreden door de Staat. Dit is geen nieuwe trend, maar de crisis en de gevolgen ervan brengen regeringspolitici ertoe om de repressie van sociale bewegingen voor te bereiden. Onlangs werden Audi-werkers die vreedzaam mobiliseerden voor onderhandelingen in het kader van de Renault-wet, met geweld de fabriek in Vorst uitgezet door politieagenten die binnen gestationeerd waren. Bovendien worden de Belgische Staat en elf politieagenten momenteel voor de rechter gedaagd voor verschillende mishandelingen die zouden zijn begaan tijdens de repressie van een demonstratie tijdens de lockdown van 2021.

Vandaag is het een oproep om wapens te gebruiken om vandalisme de kop in te drukken, morgen zal het zijn om te proberen arbeidersopstanden de kop in te drukken.