In de mineraalrijke oostelijke regio van de Democratische Republiek Congo (DRC) woedt al 30 jaar oorlog. In de regio zijn meer dan 200 gewapende bendes actief die het leven van de inwoners tot een hel maken. Het officiële Congolese leger begaat, onder het mom van het bestrijden van de gewapende bendes, dezelfde gewelddaden.
De gewapende groep M23, gesteund door Rwanda, is de afgelopen jaren aanzienlijk sterker geworden en heeft zelfs regionale hoofdsteden ingenomen. De grote kapitalistische mogendheden hebben de verschrikkingen van de oorlog niet aan de kaak gesteld, maar hebben Rwanda actief gesteund door het miljoenen euro’s te geven, terwijl ze wisten dat Rwanda de M23-groep financierde en organiseerde.
De afgelopen weken zijn de Congolese en Rwandese ministers van Buitenlandse Zaken onder druk van de VS naar Washington gereisd voor een “bemiddelingsproces”. Tegelijkertijd is er een wapenstilstand getekend tussen de DRC en de M23 onder druk van Qatar, een bondgenoot van de VS, en wordt er onderhandeld over bilaterale overeenkomsten over mineralen tussen de VS en de DRC enerzijds en de VS en Rwanda anderzijds. Het doel van deze meervoudige overeenkomsten is helemaal niet om “een einde te maken aan de oorlog in de DRC”. Ze zijn gewoon een andere manier voor bedrijven als Apple en Tesla om hun toegang tot grondstoffen te garanderen, op een moment dat de VS de toegang tot zeldzame mineralen probeert veilig te stellen als onderdeel van de toegenomen concurrentie met China.
Weg van de camera’s weerspiegelen minder “officiële” overeenkomsten wat er echt op het spel staat. Al in januari 2025 werd er een overeenkomst getekend tussen de DRC en het militaire privébedrijf FSG dat eigendom is van Erik Prince, een goede vriend van Trump. Prince is berucht omdat hij aan het hoofd stond van het privé militaire bedrijf Blackwater, waarvan verschillende werkers werden beschuldigd van moord op Iraakse burgers. De rol van zijn nieuwe bedrijf, FSG, zou zijn om de minerale rijkdommen van de DRC “veilig te stellen en te belasten”. Met andere woorden, dit privébedrijf zou de plaats innemen van de Congolese Staat als het gaat om het beveiligen en belasten van de mijnrijkdommen! Tegelijkertijd breiden een aantal Amerikaanse bedrijven die betrokken zijn bij de ontginning van minerale rijkdommen zich uit in de regio, waaronder KoBold Metals.
Deze brutale realiteit – de plundering van de rijkdommen van de DRC door privé-trusts – weerhoudt de leiders van de Europese landen er niet van om het huidige “bemiddelingsproces” een “vredesproces” te noemen en daarbij Rwanda en de oorlog te veroordelen! Afgelopen februari gaf het Europees Parlement een verklaring uit waarin het Rwanda “scherp veroordeelde” voor zijn steun aan de M23. Na 30 jaar oorlog komen de Europese leiders plotseling uit hun onverschilligheid? Onzin. Eind april heeft de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Maxime Prévot, verschillende landen in de regio bezocht en beweerd te werken aan “een einde aan het conflict in het oosten van het land”. Frankrijk heeft afgevaardigden gestuurd naar het bemiddelingsproces in Washington. Allemaal hebben ze alleen het woord “vrede” op hun lippen. Leugens! Ze zijn daar om te onderhandelen over hun deel van de nieuwe verdeling die aan de gang is. En ze laten hun hypocriete verklaringen vergezeld gaan van de gebruikelijke koloniale minachting. Maxime Prévot zegt bijvoorbeeld dat hij “de Congolese autoriteiten eraan herinnert dat ze de dringende noodzaak van hervormingen en een nationale dialoog niet mogen negeren”. Dit is weerzinwekkend.