Op vrijdag 5 april was de 7de wekelijkse betoging, de eerste na het ontslag van Bouteflika, even groot als de vorige. Massaal hebben de jongeren, de vrouwen, de hele bevolking de straten van alle steden ingenomen, van Oost tot West, en zelfs aan de poorten van de woestijn, in de oliesteden.
De eerste betogingen in Algerije zijn einde februari met de leus “Weg met Bouteflika!” gestart toen hij aangekondigd heeft dat hij zich voor een vijfde mandaat zou voorstellen. De betogingen zijn dan elke keer groter geworden, in heel het land, en de stakingen hebben zich vermenigvuldigd. Het leger heeft uiteindelijk deze impotente man opzijgeschoven. De militaire hiërarchie had tot dan toe altijd een onfeilbare steun van Bouteflika geweest. Maar om de bevolking te trachten te kalmeren heeft de stafchef Gaed Salah op 2 april “ontslag” gegeven aan Bouteflika. Dit heeft natuurlijk uitbarstingen van vreugde in heel het land veroorzaakt.
Maar de bevolking is niet voor de gek te houden. In talrijke steden hebben betogingen bijna elke dag plaatsgevonden. Meer dan de helft van de Algerijnse bevolking heeft op één of ander moment betoogd. Veel stakingen zijn in bedrijven gestart, zowel in de privé als in de openbare sector. De leiders van de vakbonden, waaronder de grootste de UGTA, zijn als medeplichtigen van het systeem aangeklaagd.
Niets lijkt de vastbeslotenheid van de bevolking te kunnen aantasten.
Door Bouteflika weg te jagen, probeert het leger een overgang zachtjes te maken om andere politieke vertegenwoordigers te promoten met de goedkeuring van de bevolking. Verkiezingen en een vergadering worden in enkele maanden aangekondigd. Zij die sinds decennia aan het hoofd zitten van Algerije zijn ervoor bereid alles aan de top van de Staat te veranderen… om niets in de maatschappij te veranderen. Maar de bevolking heeft geen vertrouwen en verwerpt alle oude leiders van het Bouteflika tijdperk, Gaed Salah inbegrepen. De betogers eisen en schrijven “Weg met het systeem!” op hun plakkaten en doeken. De politici, kapitalisten en militairen, al diegenen die zich verrijkt hebben met de rijkdom van Algerije en die ze hebben verspild, willen ze weg krijgen.
Terwijl het land rijk is aan koolwaterstof, vervallen de openbare diensten, zijn de scholen overbevolkt, worden de ziekenhuizen achtergelaten. Vorige zomer is er een epidemie van cholera, deze ziekte van de armoede, uitgebroken. Tezelfdertijd sluizen zakenlui en speculanten de inkomsten uit de olie, gas, bouwsector of import-export weg. De buitenlandse kapitalisten, de Renault, Total, Sanofi of Lafarge zijn er goed mee bezig omdat ze door de rijkdom van het land en de goedkope mankracht aangetrokken worden. De bevolking kan er niet meer tegen de werkloosheid, de lonen van 100 euro, de minachting van het regime. “Weg met ze allemaal!” is wat de bevolking eist. De verkiezingen onder de controle van de bevolking zelf worden door betogers voorgesteld, samen met een algemene vergadering die de grondwet zou heroprichten en het veroordelen van de corrupte leiders.
Bekende miljonairs hebben zich verrijkt onder andere dankzij de corruptie van de openbare aanbestedingen. Sommigen waren klaar om het land te verlaten. Ze zijn terug thuis gebracht en worden nu verboden om het grondgebied te verlaten. Enkele onderzoeken zijn opengesteld wegens corruptie en verduistering van overheidsmiddelen. Veel kaderleden van het leger, actief en gepensioneerden, worden ook betrokken in het corruptiesysteem en sommigen worden door de justitie aangeklaagd. De overgangsregering en het hoofdkwartier, onder druk van de bevolking die slogans als “ze hebben miljoenen, wij zijn miljoenen” roepen, proberen toe te geven, om te vermijden met het “systeem” ten onder te gaan.
De Tunesische en Egyptische opstanden van 2011 waren ook vol grote hoop. Veel opstandelingen hebben er hun levens voor gegeven. Nochtans is de hoop van de gewone mensen in deze twee landen verraden. De rijken hebben de werkelijke macht voor zichzelf gehouden. In Egypte heeft een dictator de plaats van de vorige ingenomen. In Algerije zelf kan het leger een gevaar zijn. In het verleden heeft het getoond dat hij bereid was de ergste massamoorden te plegen. Dit was onder andere het geval in 1988 toen de jongeren uit de arme wijken zich hebben gemobiliseerd en het leger enkele honderden doodde.
Tegenstrijdige belangen verbergen zich achter de unanimiteit van de betogers. De meerderheid van hen wil werk hebben en ermee waardig kunnen leven. Langs de andere kant zijn er bevoorrechten, zoals de miljardair Issad Rebrab, baas van Cervital, die een groter deel van de buit willen krijgen. De toekomst van de toestand in Algerije zal eigenlijk afhangen van de capaciteit van de bevolking, en in het bijzonder van de werkers uit de grote bedrijven, om hun mobilisatie vol te houden, om zich niet te laten bedriegen door bourgeois politici die door het leger naar voren zullen gebracht worden.