De aanval op de rechten van vrouwen is een aanval op de hele arbeidersklasse!

In Spanje wil de regering van de Volkspartij, de rechtse partij aan de macht, de wetgeving die de abor-tus toestond, ongedaan maken. Onder de dictatuur van Franco (van 1939 tot 1977) was de abortus ver-boden en als een misdaad gestraft. Het is door strijd dat de vrouwen dit recht hebben bekomen om zelf te beslissen over hun lichaam en hun zwangerschap. In België is het alleen in 1990 en tegen de mening van de Koning die die dan twee dagen « in feitelijke onmo-gelijkheid om te regeren » werd verklaard, dat de abortus uit het strafboek is gehaald.

De actualiteit in Spanje toont dat de rechten en vrijheden die door lange en belangrijke strijd is beko-men op alle momenten op losse schroeven kunnen gezet worden: de rechten van de vrouwen, zoals die van de werkende mensen in hun geheel. En dit toont ook opnieuw aan dat de onderdrukking en het obscu-rantisme de vrouwen niet alleen in verre landen slaat, maar dat ze ook nog hier moeten bevochten worden.

Zo ziet men de aartsbisschop Léonard de betogin-gen steunen tegen het recht op abortus en standpunten innemen tegen alles wat sociale vooruitgang zou bete-kenen. Deze verdediger van het leven voor de geboorte, en de organisatie die hij vertegenwoordigt, heeft nochtans geen enkel probleem om miljoenen mensen die al geboren zijn het recht te weigeren om hun leven te beschermen tegen aids door condooms te gebruiken. Men hoort de tegenstanders van het abortusrecht zich nooit ongerust maken over het feit dat één vrouw op zeven slachtoffer is van huiselijk geweld en dat er elke drie dag vrouwen zijn die ervan sterven. Men hoort hen niets zeggen over het feit dat er elke dag in België 10 vrouwen verkracht worden! En het feit dat er elke negen minuut een vrouw sterft door een abortus te ondergaan in gevaarlijke omstandigheden omdat het onwettig is, laat hen natuurlijk ijskoud.

Want het debat over het abortusrecht heeft niets te maken met het beschermen van het leven. Het is de onderwerping van de vrouwen, en de onderwerping van de uitgebuitenen en de onderdrukten in het algemeen. Het is aan de vrouwen het principe doen aanvaarden dat zij zelf niet mogen beslissen, maar dat de man – en achter de man zit de Staat met zijn wetten – in haar plaats moet beslissen, zelfs tegen haar eigen belangen.

Maar de mannen die zouden denken dat ze niet be-trokken worden of dat ze hieraan iets zouden winnen, moeten maar oppassen!

Het is geen toeval dat deze reactionaire stromingen vandaag massaal terugkomen. In de crisis zijn de kapi-talisten, voor hun winsten, bezig de werkende mensen en de hele maatschappij terug naar de vorige eeuw te sturen. Met de lonen en de werkomstandigheden in de eerste plaats, en dan de syndicale rechten of nog de toegang naar het onderwijs. Ook in dit geval zijn er decennia strijd van de arbeidersklasse die stapsgewijs vernietigd worden.

Al deze stromingen die de « morele waarden » van de vorige eeuwen willen herstellen zijn de natuurlijke bondgenoten van het patronaat in de oorlog die hij voert tegen de werkende mensen. Deze stromingen betreuren de tijd waarin de priester, geallieerd van de baas, tegen de opstanden woog en de onderwerping preekte in de fabrieken en onder de jeugd.

Daarom is het ook niet verbazend dat ze samen meestappen met de xenofobische en extreemrechtse stromingen en met reactionaire stromingen uit andere godsdiensten, zoals tijdens de recente betogingen in Frankrijk.

Aan de werkers stellen deze stromingen allemaal hetzelfde voor: de dictatuur van de kapitalisten, de werkloosheid en de uitbuiting onderdanig aanvaar-den, de gezondheid verliezen met het helse werktempo, beschikbaar zijn ook in het weekend. Altijd ja zeggen tegen de patroon, die de onomstreden machthebber blijft.

Dan is het voor hen geen probleem als de woede en de frustratie zich tegen vrouwen of onderdrukten van andere afkomsten keert. De bewuste werkers moeten weigeren zich op deze manier te laten verlagen tot de gedragen van de verdrukkers, wetende dat een mens die een andere onderdrukt geen vrije mens kan zijn.

Daarom heeft de strijd van de vrouwen tegen de dubbele onderdrukking die ze ondergaan – die van een patriarchale maatschappij, en die van de kapitalis-tische uitbuiting – altijd een belangrijke plaats in de arbeidersbeweging ingenomen, zoals de afwijzing van racisme. Dit is een basisvoorwaarde om de eenheid te bouwen die de werkers nodig hebben tegenover hun uitbuiters.