Van de onontkoombare opstand tot de nodige verandering van de maatschappij

Turkije, Brazilië: op 10.000 kilometers afstand zijn het dezelfde beelden van honderdduizenden jongeren die betogen, ondanks en tegen de repressie van de politie. Een jeugd in opstand.

En ze heeft meer dan gelijk om zich te revolteren in dit systeem dat geen toekomst meer heeft.

Achter het bouwplan van een commercieel cen-trum in plaats van het Gezi-park in Istanboel en het kappen van de bomen is het de corruptie, het morali-serende autoritarisme van Erdogan, de repressie van de politie, waartegen honderdduizenden jongeren op straat zijn gekomen. En de omvang van de betogingen die zich tot een honderdtal steden hebben verspreid heeft ook te maken met de ongelijkheden van een « economische succes » dat door Erdogan wordt aangeprezen maar waarvan grote delen van de bevolking niets hebben gezien.

In Brazilië waar de regering voorziet minstens 10 miljard euro uit te geven voor het voorbereiden van de wereldcup en de Olympische Spelen in 2014, klaagden de demonstranten oorspronkelijk de prijs-verhoging van het vervoer aan. Naar zijn werk gaan met het gemeenschappelijk vervoer (dat privé is) kan inderdaad tot een derde van het loon kosten en mil-joenen Brazilianen worden ervan uitgesloten. De betogers eisen scholen, ziekenhuizen, openbare dien-sten, eerder dan een voetbalstadion dat alleen met grote geldbedragen omgaat.

De sociale uitbarstingen zijn onontkoombaar in dit systeem dat enorm veel rijkdom opstapelt aan ene kant van de maatschappij en ellende aan de andere kant. In de arme landen wordt deze tegenstelling tus-sen een kleine minderheid rijken en de rest van de bevolking steeds explosiever. En er moet maar een voorwendsel komen om de opstand te laten uitbar-sten, zelfs de bescherming van een paar bomen vol-doet. Maar de eerste redenen van de mobilisatie zijn snel voorbijgeschoten.

De mobilisatie heeft haar kracht laten zien. De po-litie van de regering Erdogan heeft een paar weken nodig gehad om het Taksim-plein te ontruimen. En als het voorlopig mensen met wapenstokken zijn die het plein bezetten, is het voornaamste resultaat van de repressie het versterken van het opstandgevoel en de haat tegen het regime in het hart van miljoenen jongeren… en van veel van hun ouders.

In Brazilië twijfelt de regering die links beweert te zijn maar die evenveel weet over de repressie dan de Turkse regering, tussen de repressie van de betogingen, holle zinnen over de zogenoemde democratie in Brazilië en een eerste stap achteruit over de vervoerprijs. En hier ook, wat de regering ook doet, kan ze de jongeren niet tegenhouden om bewust te worden van de kracht van haar opstand.

De jongeren die zich revolteren zeggen antipolitiek te zijn. Men kan goed begrijpen dat de betogers niet willen dat de oppositiepartij die de plaats van Erdogan ambieert, hun beweging voor zichzelf nemen. Ze zijn terecht wantrouwig tegenover partijen zoals de PT (partij van de werkers) in Brazilië waarvan militanten hebben geprobeerd aan de betogingen mee te doen terwijl hun partij in de regering zit. Toen hun leider Lula — oud stakingsleider van de staalwerkers — aan de macht gekomen is, heeft hij alle bevelen gewillig uitvoeren die hem door het IMF en de rijke Braziliaanse kapitalisten zijn gegeven. De last die op de rug van de arbeidersklasse en van de arme boeren weegt is helemaal niet lichter gemaakt.

Maar het apolitisme laat het terrein over aan die-genen die er al doen… in de richting van de belangen van de rijken en van het kapitalisme.

Toekomstige Lula’s zullen uit de bewegingen van vandaag uitkomen. Maar andere jongeren zullen er ook bewust van worden dat een revolutionaire poli-tiek die duidelijk in het belang is van de uitgebuite-nen, van de arbeidersklasse, nodig is.

Zo’n politiek heeft niets te maken met verkiezingen en parlementszetels, ook niet met regeringscombinatie om het kapitalisme in het huidige kader te blijven beheren. Het is eerder een kwestie van ideeën en klassenbewustzijn.

Het is wanneer de arbeidersklasse, die aan de bron ligt van alle rijkdom, minstens evenveel bewust zal zijn van haar klassenbelangen als de uitbuiters het zijn van hun belangen, dat de opstanden niet alleen de regeringen aan de kaak zullen stellen, maar ook het eigendom van de banken, de kapitalen van de grote bedrijven en al de macht van de kapitalisten. En dan zal men de angst van kamp zien veranderen. Van deze strijd zal een andere maatschappij geboren kunnen worden. Een maatschappij zonder uitbuiting, zonder rijken en armen, een communistische maatschappij.