De aandeelhouders van de autosector zwemmen in het geld

Alle autoproductiebedrijven zijn verwikkeld in grote competities: met elkaar, tegen werkers en om staatssubsidies.

Een handvol grote groepen – Japans, Amerikaans, Duits, Koreaans en Chinees – delen de wereldwijde automarkt, die midden in een grote verschuiving van verbrandingsmotoren naar elektromotoren zit. Dit is voor elk van hen een gelegenheid om marktaandeel van de anderen af te snoepen. De aandeelhouders van deze groepen eisen steeds hogere winsten.

Om hun investeringsbehoeften te betalen, wenden ze zich allemaal tot de Staten, die hen massaal subsidiëren: een deel van de investeringen komt van de overheid, maar de winsten zijn privé! En natuurlijk eisen ze allemaal “extra inspanningen” van hun werkers: hogere werktempo’s, flexibele en verlengde werktijden, lagere lonen…

Zo stromen de winsten binnen! Toyota maakte begin 2023 in slechts drie maanden meer dan €8 miljard winst! Stellantis meer dan €23 miljard in 2022, een stijging van 29%! VW meer dan €15,8 miljard in 2022! Enz.

Dus laten we ons niet voor de gek houden door de patronale propaganda: autobedrijven hebben geld om de lonen te verhogen zodat we niet met onbetaalde rekeningen komen te zitten; ze hebben geld om mensen aan te nemen zodat we niet kapot gaan van het werktempo; ze hebben geld om banen te behouden als de economie terugloopt en de productie daalt.

Het is aan ons om ons te organiseren en onszelf te verdedigen!