De werkers kunnen alleen op hun bewuste strijd rekenen

Op de syndicale vergaderingen van 1 mei hebben de leiders hun wat ongerust laten voelen. Ook in de gesprekken met de militanten was er ongerust te horen.

En terecht! Overal worden de syndicale rechten aangevallen, een handvol militanten worden voor het gerecht gesleept. En tegelijkertijd spelen het patronaat en de regeringen in zijn dienst niet meer op het “sociaal overleg” en tonen dat ze bereid zijn om het zonder de vakbonden te doen, om zonder hen te beslissen. Ja, de N-VA en de MR hebben zelfs aangekondigd de vakbonden te willen “uitkleden” tijdens de volgende legislatuur.

De syndicale redenaars roepen ertoe op om links te stemmen, om deze regering van “sociale afbraak” “weg te krijgen”. Een “links” die de PS, de groene partijen en voortaan ook de PVDA zou insluiten.

Dit is te willen doen geloven dat een regering met de PS het verschil zou maken, minder “sociale afbraak” zou veroorzaken. De PS heeft inderdaad meer belang in het behouden van de syndicale apparaten, in het bijzonder van het ABVV, die hun verkiezingssteunpunten onder de werkers zijn. Maar de socialistische partijen hebben hun toewijding aan de patronale belangen in de voorgaande regeringen duidelijk laten zien, op gevaar af van in tegenstelling met de vakbonden te komen. Men moet alleen maar denken aan de jacht op werklozen, het bevriezen van de lonen, de leeftijd voor brugpensioen die tot 62 opgetrokken is, dat allemaal onder de regering van Di Rupo.

Met of zonder de PS zal de volgende regering de werkende klasse aanvallen. Want het patronaat zal aan de macht blijven, een macht die hij niet van de verkiezingen krijgt, maar door het feit dat hij op bedrijven en kapitalen beschikt. En die macht is veel groter dan die van al de regeringen. De kapitalisten hebben maar één uitweg tegenover de crisis van hun eigen systeem: de uitbuiting nog erger maken om ten minste de winsten te behouden, of beter ze te verhogen.

Het programma van de patronale vereniging, de VBO, heeft al veel aangekondigd van de komende aanval: afschaffing van de indexering van de lonen en van de loonschaalverhogingen, beperking in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen, nog meer flexibiliteit en precariteit, bij voorbeeld door de nachtpremies te verminderen of af te schaffen. Als de PS in de regering zit, zal hij dat programma, of ten minste een groot deel ervan, moeten toepassen. Anders zal hij tegen de patronale oppositie staan, de kapitaalvlucht, de stijging van de rentevoeten, dwz “de muur van het geld”.

Electorale illusies behouden komt erop neer de werkers te bedriegen. En dit is zelfmoord. Maar dit is ook wat de PVDA doet als die de mensen niet uit de waan helpt. De mensen die bijvoorbeeld denken dat de resultaten van de PVDA de SP.a en Groen ertoe zou dringen een meer sociale politiek te voeren, en zelfs dat ze een regering samen zouden kunnen vormen die anders dan de anderen zou zijn. Zo’n regering met de PVDA zou alleen maar desillusies en demoralisering met zich meebrengen. In werkelijkheid kunnen alleen krachtige strijd van de werkers “de muur van het geld” verslaan en verbeteringen voor de werkende klasse op te leggen.

De syndicale leidingen verdedigen de werkers al lang niet meer; maar de werkers moeten toch hun syndicale organisaties verdedigen. Het zijn de niet de bureaucraten die palavers met het patronaat gewoon zijn, die het meest “uitgekleed” zullen worden. Het zijn de militanten die dagelijks in een steeds moeilijkere toestand vechten, die de patronale woede zullen verduren. Het zijn de militanten die de rechten die nog steeds bestaan verdedigen, die de gevaarlijke arbeidsomstandigheden aanklagen, de militanten die hun kameraden op het werk organiseren om zich samen te verdedigen. Zij zullen het ontslag riskeren. Een “linkse” regering, zelfs met de PVDA, ook al ze het zou wensen, zou zich niet kunnen verzetten tegen zo’n patronale aanval!

Zich tegen de patronale en regeringsaanval verzetten vergt grote strijd die vanuit de directe belangen van de werkers zelf starten. Strijd die steeds meer werkers met zich meesleept. Dit vergt ook dat de werkers zich democratisch organiseren rond gemeenschappelijke eisen, in comité’s waar ze alle beslissingen collectief nemen en de syndicale bureaucraten niet in hun plaats laten beslissen.

Dit is door de vakbonden zich opnieuw toe te eigenen, door militanten en betrouwbare leiders te verkiezen, door hen tot hun controle te onderwerpen, dat de werkers niet alleen hun syndicale organisaties opnieuw zullen kunnen veroveren, maar ook het patronaat zullen kunnen terugdringen en een toestand te naderen waar ze zich van het kapitalisme zullen kunnen ontdoen en de hele maatschappij op een andere basis dan de winst zullen kunnen bouwen.